"Bijbelvertalen is als het slijpen van een mes"
Tijdens een bijbelcursus in Papoea-Nieuw-Guinea zag Anne Stoppels God op een bijzondere manier aan het werk. “Mensen beleden huilend hun zonden. Familievetes die jaren gaande waren werden beëindigd,” vertelt de bijbelvertaler. Onlangs vierde Anne dat ze 25 jaar werkzaam is bij Wycliffe Bijbelvertalers. CIP.nl zocht haar op voor een terugblik.
In de jaren zeventig ontstond onder het Onobasulu-volk een levende kerk door evangelisatiewerk van Papoea-Nieuw-Guineeërs uit een naburig volk. Op verzoek van deze kerk is er in 1997 een Bijbelvertaalproject gestart. Tot haar huwelijk met Sake Stoppels in 2002 was Anne fulltime betrokken bij dit project. Vanaf 2002 tot heden begeleidt zij het Onobasulu vertaal- en alfabetiseringswerk parttime vanuit Nederland. Elk jaar gaat Anne voor een aantal weken naar Papoea-Nieuw-Guinea om ter plekke het Bijbelvertaalwerk te ondersteunen. Het Onobasulu wordt door zeker duizend mensen gesproken.
In 25 jaar heb je namens Wycliffe veel moois gezien. Wat is één van de hoogtepunten geweest?
“Een van de hoogtepunten vond ik de millenniumwisseling. De lokale bevolking hoopte dat Jezus op dat moment zou terugkomen. Ze waren er echt van overtuigd. Voor het jaar 2000 was om die reden bijna iedereen gedoopt. Tijdens de jaarwisseling was iedereen in de kerk bijeen om de wederkomst af te wachten. Ik ging ernaartoe met een Amerikaanse collega. Tien minuten voor middernacht brak er een knallend onweer los met felle bliksemschichten, windvlagen en oorverdovende regen. Heel ongebruikelijk in die tijd van het jaar. Toen dacht iedereen: ‘Nu komt Jezus terug.’ Mijn collega en ik keken elkaar aan: ‘zou het dan toch...?’. Dat was een heel bijzonder moment in die verwachtingsvolle atmosfeer. Haast een voorproefje van de wederkomst...”
Het ontdekken van nieuwe woorden in de lokale taal vindt Anne een ander hoogtepunt. “We zochten lange tijd naar het juiste woord voor ‘hopen’. Op een gegeven moment waren we met elkaar in gesprek en zei iemand: ‘Ik zet mijn adem erop dat ik rondom Pasen bij jullie terug kan komen.’ Dit zei iemand die buiten ons gebied woonde en aangaf wanneer hij weer naar ons terug zou willen keren. Vervolgens zei ik: ‘Hé, volgens mij bedoel je hiermee ‘hopen’. Dit vind ik een mooie betekenis, omdat God de mens schiep door er adem in te blazen. Zo krijgt hopen in de Onobasulutaal een nog diepere lading.
Als mensen gaan begrijpen wat er in de Bijbel staat, maakt dat mij enorm blij. Wat eerst abracadabra was krijgt steeds meer vorm in de lokale taal.”
Wat is je bijgebleven van je laatste bezoek aan Papoea-Nieuw-Guinea?
“Vorig jaar hield ik mij bezig met een cursus bijbelgebruik,” herinnert Anne zich. “Die is bedoeld om de Bijbel toe te passen in je eigen leven. Er waren zo’n 200 mensen op afgekomen. Daarmee werden alle verwachtingen overtroffen. In het gras luisterden ze naar de bijbeluitleg. In het Onobasulu werd het verhaal van de verloren zoon voorgelezen. Daarna kwam een groep mensen huilend naar voren omdat ze zich bewust werden van hun zonden. In het openbaar hebben zij hun zonden beleden en zijn onderlinge relaties hersteld. Familievetes die jaren gaande waren werden beëindigd. Dat was erg bijzonder om van dichtbij mee te maken!
Het bijwonen van de cursus bijbelgebruik is uitzonderlijk. Normaal gesproken werk ik met vertalers aan het controleren van vertaalde Bijbelboeken. In maart hoop ik weer in Papoea-Nieuw-Guinea te zijn om vers voor vers Galaten, Efeze en 1 en 2 Thessalonicenzen door te nemen. Een andere uitdaging is het voortzetten van het lees- en schrijfonderwijs.”
Wat is bijvoorbeeld lastig aan het vertalen van de brieven aan de Thessalonicenzen?
“Vaak is de logica van Paulus niet de logica van Paoea-Nieuw-Guineeërs. Paulus verwijst regelmatig naar teksten uit het Oude Testament. Het is dan heel erg lastig om dat in het Onobasulu helder weer te geven. Ook speelt mee dat in het Onobasulu werkwoorden aan het einde van een zin staan. De vele tussenzinnen van Paulus vermoeilijken dit proces.”
Sinds je huwelijk werk je vanuit huis. Mis je het leven in Papoea-Nieuw-Guinea wel eens?
“Soms wel,” geeft Anne toe. “Als je de hele dag mensen in het Onobasulu hoort praten is het gemakkelijker om in te spelen op woorden. Ik denk dat het bijbelvertaalproces sneller was gegaan als ik in het land was gebleven. Aan de andere kant is het lokale vertaalteam nu veel zelfstandiger. Dat is een bijkomend voordeel.” Anne werkt aan de hand van het Grieks de kladvertalingen vers voor vers door. “Ik kijk vanuit huis wat verbeterd moet worden. Als ik in Papoea-Nieuw-Guinea ben slijpen we de verzen bij. We zien de vertaling van de Bijbel als een mes dat geslepen moet worden, net zolang totdat het een scherp tweesnijdend zwaard is.”
Hoe gaat het nu met het Onobasulu project?
“We hebben veel kunnen doen. Ongeveer 80 % van het Nieuwe Testament hebben we in het Onobasulu op kladvertaling. Ongeveer 55 % daarvan is gecontroleerd en uitgegeven. We hebben recent het evangelie van Lukas afgerond. Dat hopen we in september uit te geven. Ik wil net zo lang doorgaan totdat de vertaling af is. In dit tempo is het Nieuwe Testament in 2023 beschikbaar in het Onobasulu.”
Praatmee