Politici, fatsoen moet je (zelf) doen!
De verkiezingsstrijd is in zijn volle hevigheid losgebarsten. De eerste debatten zijn inmiddels geweest en de grote televisiedebatten komen er snel aan. De thema's zijn volgens EenVandaag vooral de economie, immigratie en fatsoen.
Dat fatsoen terug is op de politieke (!) agenda, is al een zegen die ons wel even stil zou moeten maken. We hebben het weer over hoe we met elkaar omgaan in ons land en over wat voor samenleving we willen. Dat dit een hoofdthema is bij deze verkiezingen, is best opmerkelijk. De meerderheid van de politieke partijen is namelijk hartgrondig aanhanger van een of andere seculier-liberale stroming waarbinnen je zo'n beetje zelf mag uitmaken wat goed en kwaad is. Dat we het in deze campagne dan over fatsoen hebben, is daarom al bijzonder. Een opsteker.
Maar wat is dan die toon in dat debat over fatsoen? Die toon is mild, want het lijkt tot nu toe vooral in veel vage woorden te blijven hangen. Rutte schreef een brief waarin het kunnen dragen van een kort rokje tot kernwaarde werd verheven. Asscher riep in kranten op om vooral aardig tegen elkaar te doen.
Buma, Segers en Roemer kwamen met een manifest over fatsoenlijk ouder worden. Van der Staaij kwam op Valentijnsdag ook met een brief in landelijke dagbladen en riep op om in een relatie voor elkaar te kiezen.
Daar is in zekere zin allemaal wel wat voor te zeggen. Het is ook goed dat die onderwerpen aan bod komen. Maar begint fatsoen niet bij politici zelf? Horen zij niet het goede voorbeeld te geven? Als iemand vraagt hoe ze dat moeten doen, zou ik zeggen door betrouwbaar te zijn. Door als partij niet bekend te staan om integriteitskwesties, als politicus geen loopje te nemen met de feiten en niet om de zoveel tijd van standpunt te veranderen. De kiezer heeft feilloos door wanneer iemand zijn CV aandikt om beter over te komen. Een beetje integer kan niet.
Zeker christenpolitici hebben de verantwoordelijkheid om mensen uit één stuk te zijn. Een christen moet oprecht zijn. Christelijke kiezers zouden er daarom goed aan doen om vraagstukken over immigratie, economie en meer van dat soort thema’s op een tweede plaats te zetten, en zich vooral af te vragen of de kandidaat die zij voor ogen hebben te vertrouwen is. Koning David liet zijn oog vallen op ‘de getrouwen in het land’ (Psalm 101). Als christenen kunnen wij niet anders doen dan zijn voorbeeld volgen en op 15 maart kiezen voor een geloofwaardig alternatief.
Willem Pos is landelijk voorzitter van SGP-jongeren.
Praatmee