Binnenkerkelijk gedoe
Soms wordt je ermee om de oren geslagen dat het in de kerk zo binnenkerkelijk toegaat. Dat de kerk zo gericht is op zichzelf. Dat kerkmensen bezig zijn met zichzelf en hun eigen organisatie en zich daarmee afsluit van het echte leven.
Ik snap een gevoel van onbehagen wel. Er hangt aan de kerk soms een zweem van een club: je hoort er bij of niet. Voor een buitenstaander voelt dat als een drempel. Of die buitenstaander ruikt een geur van zelfgenoegzaamheid. Of van beslotenheid. Of van een cultuur waarbij je als je er niet in bent opgegroeid niets te zoeken hebt. Of van druk zijn met de eigen organisatie en verder de boel de boel laten.
Toch moeten we niet te snel mee gaan huilen met de wolven in het bos. Binnenkerkelijk: hoezo? Als we op zondag samenkomen, dan komen we zelf ook uit de wereld. We zijn niet een soort ras, ‘kerkmensen’ geheten. We zijn mensen van deze wereld. Die mogen samenkomen ‘in Gods naam’. We hebben het heel hard nodig om bij elkaar te komen. Niet om onze ‘clubdingen’ te doen, maar om in aanraking te komen met God. Om naar het altijd weer nieuwe evangelie te luisteren. Om brood en wijn te ontvangen en zo met Christus verbonden te worden. Juist omdat we ook maar wereldlingen zijn, verlangen we hiernaar. We schreeuwen ernaar zoals een hert naar water.
En dan nog iets: als we dan samenkomen als broeders en zusters, is dat dan omdat we zo binnenkerkelijk zijn? Wat is dat voor onzin. We komen samen in Gods naam maar dan beginnen we wél te begrijpen dat we aan elkaar gegeven zijn. Dat we lachen met wie lachen en huilen met wie huilen. OK, we zouden graag even de hele wereld willen veranderen, maar dat is wel erg veel in één keer. Wat is het mooi dat er in de grote wereld een gemeenschap ontstaat van mensen, die echt hart voor elkaar hebben.
Maar dat is dan zeker wel een gesloten groep. Is dat zo? Als je rond Christus samenkomt, is iedereen welkom. Want Christus is niet van ons, maar wij zijn van Hem. Ik geef toe, dat vergeten we nog wel eens. Dan gaan we denken dat Christus van ons is, onze mascotte. Dat is wel erg fout denken. Dus iedereen is welkom omdat Christus niet in de kerk heeft geleefd, is gekruisigd en opgestaan, maar midden in de wereld. Dus is Hij voor iedereen in de wereld. En daarom hoort iedereen er ook bij. ‘Kom er op een of andere manier bij, bij die plaatsen waar je iets bijzonders van Christus mag ontdekken en ervaren’. En ja, als je er dan bij komt, dan kom je in de kring van broeders en zusters, die graag met elkaar een gemeenschap zijn. Als ze dat niet zijn, dan is het ook maar los zand. Wat betekent geloven dan, als je niet eens voor elkaar kunt zorgen?
Overigens, zo lang zijn we niet ‘in de kerk’ of, zo je wilt ‘binnen in de kerk’. We maken er met elkaar iets goeds door, en gaan dan weer. Voordat je het weet sta je weer buiten. Waar? In de wereld natuurlijk. Niet in een subgroepje, maar gewoon in je huis, in je straat, in je netwerk, in de werkdagen. Om daar iets uit te stralen van wat je ook zelf maar hebt ontvangen. Iets uitstralen, of uitspreken, of doen.
Zo, dat moest ik even kwijt. Ik weet niet eens aan wie, maar misschien bewijs ik er u of jou als lezer een dienst mee.
Arjan Plaisier was van 2008 tot juni 2016 scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Sinds vorig jaar is hij missionair predikant in Apeldoorn.
Praatmee