"Aandacht voor euthanasie is eenzijdig en beperkt"
Verpleegkundigen spelen bij de uitvoering van euthanasie geen directe rol. Maar ze kunnen wel geconfronteerd worden met het verzoek van patiënten. Volgens Jos Kole (1968), docent beroepsethiek bij de opleiding Verpleegkunde op de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), mag je als verpleegkundige zo’n euthanasieverzoek nooit negeren: “Als iemand in nood is, ga je daar niet aan voorbij. Ongeacht je eigen levensovertuiging. Dat betekent niet dat je mee moet werken aan euthanasie, wel dat je doorverwijst als een patiënt daarom vraagt.”
Het is de Week van de Euthanasie. Een week waarin de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) extra aandacht vraagt voor de mogelijkheid van euthanasie. Kole over deze week: “Slechts vier procent van de mensen die jaarlijks overlijdt, sterft door euthanasie. Ik vind de grote aandacht voor euthanasie in het publieke debat eenzijdig en beperkt. Liever had ik een ‘Week van het waardig ouder worden en waardig sterven’ gehad.”
In 2002 is in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding geregeld onder welke voorwaarden een arts die euthanasie verleent niet strafbaar is. Alleen artsen mogen euthanasie verlenen, en alleen als ze aan een zestal zorgvuldigheidseisen voldoen. De arts moet er onder andere van overtuigd zijn, dat de patiënt vrijwillig en weloverwogen zijn verzoek om euthanasie doet en dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. Minister Schippers heeft plannen om mensen met een ‘voltooid leven’ wettelijk de mogelijkheid te geven hun leven met hulp van anderen te beëindigen. Artsen hebben hier veel reserves bij. Schippers ziet hierbij juist voor verpleegkundigen een nieuwe rol weggelegd als ‘stervenshulpverlener’.
Kole: “Er zit een grote machtsongelijkheid tussen een verpleegkundige en een patiënt in nood die om euthanasie verzoekt. Als verpleegkundige ben je gezond en in staat om zorg te verlenen, in bed ligt iemand die pijn lijdt, kwetsbaar is, en afhankelijk is van zorg. Als een patiënt om euthanasie verzoekt, is zo’n patiënt in grote nood. Zo’n noodoproep mag je als verpleegkundige nooit negeren. Misschien heb je er principieel bezwaar tegen om het soort hulp te bieden dat de patiënt wenst en wil je niet meewerken aan euthanasie. Maar dat ontslaat je niet van de plicht om een verzoek van de patiënt aan de arts door te geven en zo goed mogelijk voor de patiënt te blijven zorgen.”
Eigen levensovertuiging
Hoe worden toekomstige verpleegkundigen voorbereid op deze vraag van patiënten? “Veel studenten op de CHE hebben een christelijke levensovertuiging, maar komen te werken bij een organisatie die niet (meer) christelijk zijn, en ze verzorgen mensen die hun levensovertuiging misschien niet delen. Dat vraagt wat van studenten. Ik vind het belangrijk dat studenten leren dat ze niet aan het bed van een ernstig zieke terminale patiënt moeten gaan ‘verkondigen’ dat euthanasie uit den boze is. Je bent er om een kwetsbaar iemand in een noodsituatie te verzorgen, niet om diegene van jouw opvatting te overtuigen. Het draait op dat moment niet om jouw overtuiging maar om de patiënt die zorg nodig heeft. De beste manier om in zo’n geval van je levensovertuiging te getuigen is niet met woorden maar met daden van oprechte naastenliefde en medemenselijkheid. Laat de manier waarop je zorgt voor deze patiënt in nood getuigen van je geloof. Getuig in daad in plaats van woord.”
Overlaten aan collega
Henk Jan Frens (25) is tweedejaarsstudent Verpleegkunde aan de CHE. Vanuit zijn geloofsovertuiging is hij tegen euthanasie. “Ik ben van mening dat alleen God bepaalt over leven en dood. Dit is de grondslag die ik altijd meeneem richting situaties waarin euthanasie terugkomt.” Omstandigheden maken het volgens Henk Jan wel lastig om je bij zo’n uitspraak te houden. “Denk aan patiënten met een langdurige ziekte of een patiënt die geen uitzicht meer heeft. Op zo’n moment kan ik de reden om voor euthanasie te kiezen begrijpen. Maar dat betekent niet dat ik achter die keuze sta.”
Henk Jan vindt het daarentegen wel belangrijk om respect te hebben voor de wensen van de patiënt. “Dat is ook wat we tijdens de opleiding en vakken als Ethiek leren. Daar gaan we met elkaar het gesprek aan over ethische dilemma’s binnen de Verpleegkunde. Dit zou echter nog veel meer mogen.”
“Ik ben bang dat dit onderwerp later in mijn werk nog weleens spanningen kan gaan opleveren. Ik denk, op het moment ik iemand tegenkom die euthanasie wil plegen, ik wel het gesprek zou willen aangaan. Het daadwerkelijk ondersteunen van de euthanasie zou ik overdragen aan een collega. Op deze manier zorg je ervoor dat de patiënt zorg krijgt die? aansluit bij zijn wensen. Natuurlijk vind ik het goed om als christen open te staan voor andere normen en waarden, maar daarin wil ik wel mijn eigen normen en waarden in acht houden. Net zoals ieder ander dat mag doen.”
Praatmee