"God is niet onder de indruk van onze kerkgang"
“Ik ging jarenlang twee keer per week naar de kerk en toch kende ik de Heere Jezus niet. Toen ik Hem leerde kennen stonden mijn plannen niet langer op de eerste plaats. Inmiddels mag ik God dienen op het zendingsveld in Azië,” vertelt Ingrid* tijdens haar verlofperiode in Nederland. Vijf jaar geleden werd ze door Wycliffe Bijbelvertalers uitgezonden als zendingswerker. CIP.nl zocht haar op.
Hoe ben je tot geloof gekomen?
“Je zou mij de kerkelijke modeljongere kunnen noemen,” zegt Ingrid lachend. “Ik deed overal aan mee in de kerk: catechisatie, kinderbijbelclub, jeugdvereniging en ga zo maar door. Maar dit alles wil niet zeggen dat je de Heere Jezus navolgt. Aan de buitenkant klopte het allemaal wel, maar diep van binnen kende ik Hem niet. Door middel van werkvakanties heb ik kennis gemaakt met christenen die wél een levend geloof hebben. Zij hebben mij aan het denken gezet.”
Op een gegeven moment ging ze als secretaresse aan de slag bij een christelijke organisatie. “Daar zag hoe ik het christelijk geloof het dagelijks leven van mijn collega’s beïnvloedden. Ik werd er jaloers op. Mijzelf volledig toewijden aan God wilde ik stiekem niet. Een deel van mijn leven wilde ik liever niet delen met God. De ommekeer volgde toen één van mijn beste vriendinnen door een ongeluk om het leven kwam. Toen ik afscheid van haar nam besefte ik: ‘Dit had mij ook kunnen overkomen. En dan stond ik met lege handen voor God.’ Hij is er namelijk niet van onder de indruk als we iedere zondag twee keer naar de kerk gaan. De Heere wil ons hele leven.
In die periode heb ik mijn leven overgegeven aan de Heere God. Van binnen werd ik 180 graden omgedraaid. Voor het eerst vroeg ik mij af wat God met mijn leven wilde en stonden mijn eigen plannen niet meer op de eerste plaats. Vervolgens werd ik steeds meer geraakt door mensen die nooit het goede nieuws van Jezus hebben gehoord. En zo kwam het zendingswerk op mijn pad. Ik had allerlei bezwaren die uiteenliepen van familieomstandigheden tot mijn leuke baan. God heeft al die bezwaren weggenomen en de deur naar het zendingsveld geopend.
Op een dag las ik uit de Bijbel en werd ik stilgezet bij de tekst: ‘Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen.’ (Johannes 15:16, red.). Dat ervoer ik als een spreken van God. Vervolgens heb ik mijn baan opgezegd en kwam ik in aanraking met Wycliffe Bijbelvertalers. Vijf jaar geleden ben ik uitgezonden naar Azië.”
Wat houd je werk in?
“Ik ben coördinator van een bijbelvertaalproject,” antwoordt Ingrid. “In onze regio werken we met tien taalgroepen die allemaal vasthouden aan hun eigen taal en cultuur. Ik houd mij met één van die groepen bezig. Het lokale team neemt de vertaling voor haar rekening. Voordat zij gaan vertalen breng ik in kaart waar ze in het desbetreffende Bijbelboek op moeten letten. Momenteel zijn we bezig met Exodus, Spreuken en Mattheüs. Als de eerste vertaling klaar is controleer ik of de tekst in overeenstemming is met de grondtaal. Mijn opmerkingen bespreek ik met de vertalers die vervolgens een verbeterde versie produceren. Vervolgens wordt de vertaling getest door dorpelingen om te ontdekken of de boodschap goed overkomt. Na nog een paar testrondjes komt er een consulent die de eindcontrole voor zijn rekening neemt.”
Hoe heb je God in de afgelopen vijf jaar aan het werk gezien?
“Ik heb de lokale taal geleerd om er te kunnen werken. Het lastige is dat er in die taal geen boeken en docenten te vinden zijn. Ik wist dus niet hoe ik de taal zou moeten leren. Nadat ik en mijn thuisfront dit in gebed hadden gebracht heb ik een jonge vrouw ontmoet uit de stad waar ik was neergestreken. Ze woonde dichtbij mijn werkplek en gaf aan mij te willen helpen. Toen ik haar uitlegde dat ik mij bezighoud met bijbelvertaalwerk, gaf ze aan niets te hebben met het christelijk geloof. Toch wilde ze mij graag helpen. Terwijl ze mij lesgaf, heb ik haar zien veranderen. Aan een collega vroeg ze om een Bijbel, zodat ze er thuis in zou kunnen lezen. Ik heb haar de laatste jaren steeds dichter naar God zien toegroeien. Mijn verlangen is dat ze Hem in de komende tijd volledig zal leren kennen.”
Ingrid verwijst naar twee discipelen die erop uit trokken om het Evangelie te verspreiden. ‘Heeft het u aan iets ontbroken, toen Ik u uitzond zonder beurs, reiszak en sandalen?,’ vroeg Jezus na hun terugkomst. Hun antwoord was: ‘Aan niets.’ “Als ik terugkijk op de afgelopen vijf jaar mag ik hetzelfde zeggen. God zorgt voor Zijn kinderen. Hij is écht te vertrouwen. Als alle deuren potdicht zitten zorgt hij keer op keer voor een opening.”
* Naam gefingeerd om veiligheidsredenen
Praatmee