Waarom ds. Van het Goor dertigers bij de kerk wil betrekken
“Veel dertigers zijn druk. Avondjes weg met vrienden en sporten zijn ‘verplichtingen’ geworden. Dertig jaar geleden was dat nog niet het geval,” merkt ds. J. van het Goor op. De hervormde predikant uit Rijssen sprak met verschillende dertigers. In ‘Zien we de dertigers?’ geeft hij kerkenraden concrete handreikingen mee om deze generatie bij het kerkelijk leven te betrekken. “Kerkdiensten opleuken is daarvoor niet nodig.”
Er is een generatie ontstaan die minder betrokken lijkt te worden. Hoe verklaart u dit?
“Over het algemeen binden dertigers zich minder langdurig aan het kerkelijk leven dan mijn generatie. Er ‘moet’ van alles waardoor de agenda’s vaak overvol raken. Zeker als deze jonge mensen ook nog een gezin onder hun hoede hebben. Avondjes weg met vrienden en sporten zijn ‘verplichtingen’ geworden. Dertig jaar geleden was dat nog niet het geval. Ik zeg niet dat mensen toen minder druk waren, maar het opzoeken van vrienden en sporten was toen echt minder een must. Prioriteiten stellen is daardoor een stuk lastiger. Daar komt ook nog bij dat het tegenwoordig vanzelfsprekend is dat beide ouders een inkomen verdienen. Tweeverdieners waren in mijn jonge eerder uitzondering dan regel. Nu is het andersom.”
De jonge generatie deinst er niet voor terug om de kerkdienst te verruilen voor een bezoekje aan pa of ma?
“Ik wil nog een stap terug. Voor veel ouders is zondag de enige dag in de week om uit te kunnen slapen. Een kerkdienst om 09:30 uur is dan vaak echt te vroeg. In tegenstelling tot hun ouders zijn jongeren er gemakkelijker in om op zondag verstek te laten gaan. Dat geldt niet alleen voor zondagse diensten, maar ook voor doordeweekse activiteiten van de kerkelijke gemeente.”
U schrijft dat het ‘druk druk druk’ zijn niet alleen geldt voor dertigers. Heeft u hier zelf ook mee te maken?
“Iedereen heeft hiermee te maken en dat geldt dus ook voor mij als predikant. Een agenda zit al snel vol en dan is de verleiding groot om het vitaalste gedeelte van de dag over te slaan: omgang met God. Ook de Heere Jezus was een drukke dertiger, maar Hij zocht altijd de stilte met Zijn hemelse Vader op. Daar houd ik mij aan vast. Als dominee kan ik bovendien niet aan alle verwachtingen voldoen. Zo komt het wel eens voor dat een gemeentelid mij uitnodigt voor zijn of haar verjaardag. Soms zal er toch echt een ‘goodwill bezoekje’ geschrapt moeten worden. Een oudere dame (inmiddels overleden, red.) uit mijn eerste gemeente zei ooit: ‘Als u héél hard loopt kun u wekelijks maximaal 25 mensen ontmoeten. Maar daarmee kunt u op zondag 800 mensen tekort doen.’ Een hele wijze uitspraak die ik tot op de dag van vandaag met mij mee draag.”
Wat heeft de gelijkenis van de zaaier tot dertigers te zeggen?
“In deze gelijkenis zien we het verschil tussen opnemen en wegnemen van het gestrooide zaad. Wie weleens in Israël is geweest, kan zich de situatie rond het meer van Galilea en de akkertjes in Israël een beetje voorstellen. We moeten ons zulke akkers niet voorstellen zoals bij ons. Tegenwoordig hebben landbouwers in Nederland (en andere landen) vele hectares aaneengesloten waar ze met grote machines op gaan om te ploegen en te zaaien en later ook te maaien en te oogsten. Die akkertjes waren niet zo groot; als je een beetje een tuin om je huis hebt liggen, heb je zomaar vergelijkingsmateriaal. Als je in zo’n akker een handvol graan wat ruim uitstrooit, ligt het ook op plaatsen waar het niet bedoeld is, zoals kunstmest uitgestrooid op het gras ook op de stoep terechtkomt. Bovendien lopen paden dwars over de akkers, en rotsachtige gedeelten lijken mooi maar zijn niet handig in zo’n akker. Al deze dingen hoorden bij een akker in Israël.
Het gaat dus om een akker die van alles in zich bergt; je ziet het voor je: stenen, harde paden, dorens en distels, maar ook vele stukken vruchtbaar en goed land, die vrucht opleveren op z’n tijd. Die akker staat niet symbool voor de akker van de gemeente: een akker met mooie stukken grond – ontvankelijke mensen die het Evangelie indrinken – en delen die hard zijn als steen – mensen bij wie het Evangelie geen wortel kan schieten – et cetera … Nee, die akker met al die verschillende bodemgesteldheden, dat zijn wij. We kunnen onder de prediking zijn waarin het Evangelie ruim wordt uitgestrooid, maar waarbij het de buitendeur van de kerk niet haalt; dan is het al weg. Of dat er zo veel dorens en distels zijn dat het evangeliewoord erdoor verstikt raakt. Hopelijk is er ook wel grond op jouw akker waar het evangeliewoord gevallen is in daarvoor geschikte aarde, waar het ruim wortelt en vrucht draagt.
Wie denkt dat een gelijkenis een gemakkelijk verhaal is dat Jezus vertelt om een thema beter te begrijpen, zit ernaast. Ga er maar voor zitten, op het puntje van je stoel. Dat zei Jezus in feite ook tegen de mensen aan wie hij de gelijkenis in eerste instantie vertelde: ‘Luister!’ (vers 3). Daar gaat het om: luisteren; horen en gehoorzamen. De gelijkenis staat tussen die twee opdrachten ingeklemd (vers 3 en 9).”
Welke handreiking geeft u mee aan kerkenraden en predikanten?
“We hoeven onze kerkdiensten niet op te leuken om dertigers meer en meer bij het kerkelijk leven te betrekken. De boodschap die vanaf de kansel klinkt moet ergens over gaan en vooral betrekking hebben op hun dagelijks leven. Verzoening met God door Jezus Christus, maar ook God liefhebben met heel je bestaan en de naaste als jezelf. Wat betekent dat in het leven van elke dag. Praktische prediking dus. Daar hebben dertigers behoefte aan, valt mij op. Een theologische exegese is prachtig én nodig. Maar zij zullen altijd deze vraag stellen: ‘wat kan ik er de komende week mee in mijn leven?’
Ik vind dat we als predikanten en kerkenraden deze behoefte niet mogen negeren. Als een kerkenraad zegt: ‘We hoeven niets te veranderen. De Heilige Geest zal hun oren openen,’ is dat waar. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik als dominee samen met de kerkenraad de verantwoordelijkheid moet nemen om de dertigers met hun vragen serieus te nemen. Het is niet zo dat kerkgangers altijd naar de kerk gaan omdat God dat van hen vraagt, maar ook om mensen om zich heen tevreden te stellen. En dat is jammer. Of beter gezegd: in en in triest. We moeten onze uiterste best blijven doen om jongeren actief bij het kerkelijk leven te betrekken.”
Laten we als vertegenwoordigers van de kerk onze oren openen voor wat er onder hen leeft: waar zitten ze mee? Als de prediking hen niets te zeggen heeft, blijven ze thuis. Denk ook aan het aanbieden van huiskringen en bijbelstudies. Ik merk dan dertigers sneller geneigd zijn om er tijd en energie in te steken als er bijvoorbeeld een reeks avonden over geloofsopvoeding op het programma staat. Dat leidt tot belangstelling omdat ze met dit onderwerp écht iets kunnen in hun eigen leven.”
Foto: Ds. J. van het Goor in gesprek met dertigers
Praatmee