"Groei in het ambt is groei in liefde voor de gemeente"
"Het is een goede zaak als de kerk en haar dienaren verantwoordelijkheid tonen als het gaat om het ambachtelijke aspect van het predikantschap. Toch is dit anders dan groeien in het ámbt," betoogt ds. A.J. Mensink in De Waarheidsvriend.
"Groei in het ambt is groei in liefde voor de gemeente. Het ambacht heeft liefde voor de zaak, het ambt heeft liefde voor de persoon.
Het jaar 2017 wordt voor gemeentepredikanten in onze kerk een spannend jaar. In het kader van ‘Kerk 2025’ zal de synode in april besluiten nemen over een aantal belangrijke aspecten van het predikantschap. Met een verhoogde alertheid zien we vooral de voorstellen tegemoet met betrekking tot mobiliteit. Wordt de ambtelijke verbintenis aan de gemeente getermineerd? Krijgen kerkenraad en gemeente, meer dan voorheen, een stem in het kapittel? Wordt de predikant ‘overplaatsbaar’?
Dit alles staat in het licht van de afnemende doorstroming van predikanten in het geheel van de kerk én van de vraag welk soort en vorm van predikantschap de kerk in 2025 nodig zal hebben. Hoe moet de protestantse predikant zijn ambt vervullen in een tijd van toenemende secularisatie en marginalisering van de kerk? En hoe kan de predikant van 2025 ontkomen aan de sprakeloosheid die niet alleen in de gemeente maar ook bij predikanten om zich heen grijpt. Met sprakeloosheid bedoel ik de onmacht om de levende God hier en nu ter sprake te brengen.
Ambachtelijk
Met betrekking tot deze vragen heeft de kerk al een aantal stappen gezet. Op de laatste synodevergadering is de Permanente Educatie geëvalueerd en opnieuw geformuleerd. Het viel mij in de synodebespreking op dat hierbij vooral termen werden gebruikt als professionalisering, jaargesprekken, loopbaanontwikkeling, competenties, maatschappelijke trends rond bijscholing, studieplan en certificaten.
Het gaat niet aan om hier bij voorbaat afwijzend over te doen. Integendeel, het is een goede zaak als de kerk en haar dienaren verantwoordelijkheid tonen als het gaat om het ambachtelijke aspect van het predikantschap. Van academisch geschoolde theologen mag inderdaad verwacht worden dat zij competenties hébben, daarover reflecteren en die ook nastreven. Al mogen we ook Paulus’ geding met de Korinthiërs niet vergeten – een geding over de vraag in hoeverre het apostelschap met normen van wereldse wijsheid beoordeeld mag worden.
Ambtelijk
Het dunkt me echter noodzakelijk om niet alleen te letten op het ambachtelijke van het predikantschap, maar ook op het ambtelijke karakter ervan. We mogen ambt en ambacht niet tegen elkaar uitspelen, maar die ook niet met elkaar identificeren. Ambt en ambacht vallen niet samen. Groei in theologische en leidinggevende competenties is daarom tóch iets anders dan groeien in het ambt.
Dat laatste mag niet ontsnappen aan onze bezinning, noch aan die van de kerk. In zijn pastorale aanwijzingen schrijft Paulus immers aan Timotheüs dat hij deze dingen overdenkt ‘opdat uw vorderingen op elk gebied openbaar worden’ (1 Tim.4:15). De vraag is of wij naar die vorderingen stáán.
Hoge doel
Voor het antwoord op deze vraag bedenken we dat het ambt door de verhoogde Christus aan de gemeente geschonken is (Ef.4:11). Het ambt is de dienst van het Woord aan de gemeente. Het ambt is dus niet ván ons, het ambt is ook niet vóor ons. Wij zijn de dienaren van de gemeente om Jezus’ wil (2 Kor.4:5), de wijze waarop de Heere Zijn gemeente door Woord en Geest voorgaat. Het hoge doel van het ambt is dat de gemeente zal groeien in Christus en de kennis van Zijn genade in woord en wandel; in geloof, bekering en heiligmaking; in geloof, hoop en liefde. ‘En hoe zou de gemeente toenemen, zo de Leraar niet toenam?’, schrijft de achttiende-eeuwse predikant Mattheüs Gargon.
Uiteraard, en allereerst, valt te denken aan onze persoonlijke geestelijke groei in het leven met de HEERE. Onze verborgen omgang met Hem voedt onze openbare omgang met Zijn gemeente. Wie herkent het niet dat dorheid in de gemeente nogal eens verbonden blijkt te zijn met dorheid in het domineeshart? Wat is het ook voor jezelf soms een worsteling om de Bijbel écht open te krijgen en de verborgenheden van het geloof met heel je ziel te overdenken."
Het volledige artikel is te lezen in De Waarheidsvriend. Klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee