Zo tegen de tijd dat kerst nadert, wordt mijn plezier altijd weer vergald door de sprookjes die veel christenen op het internet verkondigen over de oorsprong van het kerstfeest.
Als je al die verhalen op het internet leest, zie je dat men blijkbaar steeds dezelfde fabels van elkaar overschrijft, en dat niemand aan behoorlijke bronvermelding doet. Voor zover al bronnen genoemd worden, zijn het secundaire bronnen, waarin diezelfde sprookjes te lezen zijn, alweer zonder behoorlijke bronvermelding. Je kunt een soort stamboom van al die verhalen maken, en dan ontdek je dat vele ervan blijkbaar teruggaan op het boek van Alexander Hislop, The Two Babylons, dat in 1853 verscheen. Dit boek bevat veel interessante details – het staat al decennia lang in mijn boekenkast – maar het is toch in de eerste plaats een venijnige aanval op Rome. Het boek probeert aan te tonen dat het rooms-katholicisme niets anders dan een duizenden jaren oude samenzwering is, die erop neerkomt dat het een heimelijke voortzetting van de antieke Babylonische afgodendienst is onder een christelijk mom.
Dat probeert Hislop te onderbouwen met vele argumenten, die vaak kant noch wal raken. Zo probeert hij de kerstboom af te leiden uit Babylonische symbolen, terwijl onderzoekers het er vandaag over eens zijn dat de kerstboom pas in de 16e eeuw ten tonele verscheen, niet eens in roomse, maar in Duits-protestantse gebieden, met name de Elzas. De kerstballen verwijzen niet naar oude heidense symbolen, maar vermoedelijk naar de ‘appels’ die – zo meende men – Adam en Eva tot zonde hadden verleid. De kerstboom is niet Babylonisch, en ook niet Germaans-heidens, maar een (beetje klungelig) christelijk symbool. Het schijnen met name de gebroeders Jakob en Wilhelm Grimm – de beroemde sprookjesverzamelaars – geweest te zijn die ten tijde van de Romantiek ook het sprookje van de ‘Germaanse’ kerstboom bedachten. Men hoeft dit niet te geloven – ik kom immers in deze blog ook nauwelijks met bronvermeldingen – maar laten de mensen die zich zo druk maken over die ‘heidense’ kerstboom, dan eerst maar eens aantonen dat die boom inderdaad zo heidens is.Men heeft het ontstaan van het kerstfeest in verband gebracht met het heidense zonnewendefeest (vandaag 21 dec., destijds 25 dec.). Maar de zonnewende (het verschijnsel van de ‘kortste dag’) als zodanig heeft helemaal niets met heidendom te maken, maar is een gewoon scheppingsverschijnsel, dat door God is ingesteld. Als we tóch niet weten wanneer Christus geboren is, welke tijd is er dan beter geschikt om dat te vieren dan eind december, als de dagen weer gaan lengen en het licht weer begint door te breken? Dat de heidenen daar hun eigen feestje van gemaakt hebben, hoeft ons helemaal niet te storen. Daar staan wij christenen gewoon boven.Kerstfeest is ook in verband gebracht met de Romeinse Saturnaliën – een feest ter ere van de god Saturnus. Maar dat feest viel helemaal niet op 25 december, maar op 17–19 december. Ook is kerst in verband gebracht met de Mithrasgodsdienst. De god Mithras zou geboren zijn op 25 december en zou ook verder veel overeenkomsten vertonen met Jezus. De ‘conclusie’ is al gauw getrokken: Kerst is een verkapt Mithrasfeest! (Nog erger: het is ooit door de vroege Rooms-Katholieke Kerk ingesteld om ons tot aanbidding van de zonnegod te verleiden…) Maar ten eerste is het verhaal dat Mithras op 25 december geboren zou zijn, ook al zo’n sprookje dat zichzelf eindeloos herhaalt. Als je het maar vaak genoeg zegt, wordt een verhaaltje vanzelf waar… Roger Beck heeft in 2004 een uitvoerige studie over Mithras gepubliceerd en aangetoond dat die verjaardag op 25 december een fabeltje is.Aan de echte kerstbestrijders zijn zulke argumenten natuurlijk niet besteed. Integendeel, critici zoals ik kunnen het volgende te horen krijgen (gevonden op het internet): ‘U gaat kerst verdedigen?? Heidendom ten top! Ik hoef u niet te veroordelen, dat doet u zelf al! Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten! Keer u af van deze heidense zonsverering. Aaron noemde het gouden kalf een 'feest voor YHWH'. Als Mozes niet had gebeden voor het volk, dan had God het in één klap vernietigd. En u gaat het 'gouden kalf' verdedigen??’ Tja, tegen zulk verbaal geweld kan natuurlijk niemand op.Anderen hebben hun oorlogszuchtige visie op kerst fraai verpakt (als een echt kerstcadeautje) in een ‘profetische boodschap’ die rechtstreeks van boven komt. Op 18 december 2013 sprak de aarstengel Michaël tot een zogenaamde profeet, en herhaalde daarin de argumenten die ik zojuist weerlegd heb. Tegen zo’n aanpak zijn helaas nog veel minder christenen bestand…Maar het mooiste (of ergste) dat ik vond is het volgende. Ik hóóp dat het een grapje was, maar het stond wel in een bloedserieuze context. Dus ik vrees dat het níét als grapje bedoeld was. De schrijver verklaarde dat het woord No-el ‘geen God’ betekende! Dit spant de kroon. No is Engels, en El is Hebreeuws, maar dat doet er natuurlijk niet toe. De naam geeft al aan dat kerst niet deugt… In werkelijkheid is Noël – de Franse benaming voor kerst – een verbastering van het Latijnse (dies) natalis, dat ‘geboortedag’ betekent, namelijk de geboortedag van Christus.Zo, nu kunnen de antikerstfanatici hun gal over mij heen storten. Het zal mij er niet van weerhouden aanstaande zondag een echte Kerstpreek te houden. Het kan me niet schelen of Jezus echt op 25 december geboren is (zoals trouwens heel vroege kerkvaders al betoogden!), of niet. Als de dagen weer gaan lengen, word ik helemaal blij van binnen. Dat komt door het grote Licht dat in de wereld is binnengekomen. Daar getuig ik komend weekend ook weer graag van. En laten de kniesoren dan maar kniezend thuis blijven, want ik kan me overmorgen geen zondagse dienst voorstellen waar niet verwezen zal worden naar de geboorte van Christus…
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee