"Een liefhebbende God kende ik niet in de islam"
De uit Somalië afkomstige Esther (32) groeide op in een moslimfamilie in Nederland. Na veel omzwervingen besloot ze in 2008 de islam vaarwel te zeggen en christen te worden, met alle gevolgen van dien. “Toen ik vorige week mijn vader belde, verbrak hij de verbinding zodra hij hoorde dat ik het was.”
Regelmatig veegt Esther een traan van haar wang, als ze vertelt over haar veelbewogen leven. Ze vluchtte samen met haar ouders en vier broers en zussen uit het door burgeroorlog geteisterde Somalië en woont sinds haar achtste jaar in Nederland. “Toen ik in Nederland aankwam, was het koud en het sneeuwde. We moesten van het ene naar het andere AZC verhuizen. Ik sprak nog geen woord Nederlands en dat was lastig. Op school werd ik gepest omdat ik anders was.”
Uitgehuwelijkt
De ouders van Esther zijn toegewijde moslims en aanvankelijk was Esther dat zelf ook. “Als kind geloofde ik dat wat mijn ouders vertelden waar was, zonder erover na te denken. Maar toen ik twaalf jaar was besloot ik een goede moslima te worden. Ik ging een hoofddoek dragen en begon de Koran te lezen. Na twee jaar kwam de twijfel en wist ik: dit is niet wat ik zoek. Tot mijn grote schrik besloten mijn ouders me uit te huwelijken aan een veel oudere neef. Dat gebeurde juist toen ik ontdekte dat de islam niet bij mij paste. Ik bezocht schoolfeestjes en zocht naar vrijheid. Mijn ouders maakten zich zorgen en dachten: ‘Als ze trouwt, wordt ze vast weer een rustige vrouw.’
Ik protesteerde: ‘Dit wil ik niet, papa en mama!’ Ze luisterden niet en verzekerden me dat ik uiteindelijk van hem zou gaan houden. Ik ben twee jaar verloofd geweest en wist: Ik moet iets doen. Toen ben ik gevlucht, op mijn zestiende. Ik leefde op straat, bij vriendinnen en in opvanghuizen.”
Bekering
Na drie jaar een zwervend bestaan te hebben geleid, besloot Esther weer naar school te gaan. Hoewel ze haar middelbare school niet had afgemaakt, werd ze toegelaten voor een SPW-opleiding. “Een van mijn klasgenoten sprak over Jezus. Ze zei: ‘Jezus houdt ook van jou, Esther!’ Ik dacht: ‘Wow, dit heb ik het nog nooit gehoord, dat er een God is die van mij houdt!’ Ze maakte me nieuwsgierig, zonder dat ik het idee had dat ze probeerde me te bekeren. Ze nodigde me uit om mee te gaan naar de kerk en ik stemde toe. Bij de mensen in de kerk zag ik blijdschap en hoop. Die zondag bad ik: ‘Als u God bent, wilt u dat dan laten voelen in mijn hart, zodat ik het zeker weet? U kent mijn volk. Ze zullen me verstoten als ik in U ga geloven, nog erger dan nu. Maar als ik zeker weet dat U bestaat, dan zal ik U volgen en dienen.’ Binnen een half was ik ervan overtuigd dat Jezus echt bestaat.”
Wat heeft jou overtuigd?
“Voor mij is de liefde van God doorslaggevend geweest om christen te worden. Een liefhebbende God kende ik niet in de islam. Ik kende Allah, van wie ik vijf keer per dag moest bidden. Ik moest één keer in mijn leven naar Mekka, waar ik geen geld voor had. Ik moest van alles. Het was voor mij een openbaring dat je niet door je eigen goede prestaties in de hemel kunt komen, maar dat het al betaald is.”
Je realiseerde je goed welke consequenties je beslissing met zich meebracht. Was je bang?
“In het begin was ik heel bang en dacht dat elk moment mijn familie of andere moslims mijn huis zouden binnenvallen om me iets aan te doen.”
Kwam je familie er snel achter dat je christen was geworden?
“Na een tijdje heb ik het verteld. Mijn vader zei: ‘Je bent mijn dochter niet meer.’ In zijn beleving is christen worden de ergste zonde die je kunt doen. Mijn moeder reageerde anders en zei: ‘Wat je ook gelooft, ik houd altijd van je.’ Mijn broer was eerst heel boos en zei dat hij me wat aan zou doen, maar de laatste tijd praat hij wel weer met me. Mijn zusjes hebben het nog steeds niet geaccepteerd. Ik had veel verdriet. In het begin dacht ik vaak: Ik stop het contact. Zij doen mij verdriet, dan wil ik hen ook niet meer zien. Toen liet God me zien: Esther, ik vergeef jou toch ook altijd. Je moet liefdevol met hen omgaan. Telkens weer moet ik hen vergeven. Bijvoorbeeld dat ik niet op de bruiloften mag komen van mijn broers en zussen. Of dat ik nooit een uitnodiging krijg voor een verjaardag. Ik word compleet genegeerd.”
Weerstand
Ook buiten haar eigen familie heeft Esther te maken met weerstand vanuit de moslimgemeenschap vanwege haar bekering. “Toen ik in een AZC ging werken, kwam een moslimvrouw op me af. Met een agressieve blik in haar ogen zei ze: ‘Je gaat naar de hel!’ Ik antwoordde dat ik het beste gevonden heb wat me ooit is overkomen en dat ik niet naar de hel ga omdat ik Jezus bij me heb. Ik vond het een erg bedreigende situatie en riep: ‘Help mij, Heere!’ Gelukkig liep het goed af.” Ook op Facebook wordt Esther lastiggevallen. “Er wordt gezegd dat ik een schande ben voor het Somalische volk omdat ik christen geworden ben.”
Evangelisatie
Niet lang na haar bekering tot het christendom leerde Esther haar man Pieter kennen. Ze trouwden en hebben drie kinderen. Beiden hebben een sterke drive om te evangeliseren onder moslims, ondanks de risico’s. “Ik wil zo graag dat moslims net als ik Gods vrede gaan ervaren!”
Je hebt veel moeilijkheden gehad in je leven. Voordat je christen werd, maar daarna nog meer. Hoe ervaar je dat?
“Ik denk dat het nodig is geweest. Zonder al die moeilijkheden had ik Jezus waarschijnlijk nooit leren kennen. Als ik niet was uitgehuwelijkt aan mijn achterneef, was ik niet uit huis gevlucht en niet in contact gekomen met die christelijke vriendin. Dan had ik zelf misschien ook wel een moslim geweest met extremistische ideeën.
Vind je het moeilijk dat je keuze om Jezus te volgen ook pijn en moeite met zich meebrengt?
“Jazeker. Vaak heb ik het uitgeschreeuwd naar God: ‘Waarom word ik door mijn familie genegeerd? En waarom doet mijn vader zo tegen me?’ Toch geloof ik dat uiteindelijk ook mijn vader Jezus zal leren kennen. Al drie keer heb ik mijn vader in een droom gezien. In één van die dromen zat hij met een christelijke liedbundel in zijn handen en zong: How great is our God. Dat is voor mij een bevestiging dat hij Jezus zal leren kennen.”
‘Doei!’
Ondanks de blijvende afwijzing van haar vader blijft Esther pogingen ondernemen om met hem in contact te komen. “Vorige week heb ik hem nog gebeld om te vragen hoe het met hem gaat. Hij antwoordde heel kort: ‘Mac salaamo’, wat zoiets als ‘doei’ betekent. Vervolgens werd de verbinding verbroken. Hij wilde niet met me praten. Ik besloot om het op een andere manier te proberen en ben naar zijn huis gegaan. Ik had Elijah, onze jongste zoon van vier, meegenomen. Elijah belde beneden bij de flat aan en zei: ‘Hallo opa, mag ik binnenkomen?’ Mijn vader dacht dat er een ander kleinkind voor de deur stond en deed daarom de deur open. Toen we boven kwamen en hij zag dat ik het was, liep hij meteen de deur uit, zonder iets te zeggen. Dat was erg pijnlijk.”
Hoe kijk jij tegen Nederlandse christenen aan die niet zo’n prijs hoeven te betalen voor hun geloof, zoals jij.
“Dat maakt me soms wel jaloers, hoewel ik weet dat het niet goed is. Toch ben ik blij dat ik die vrede wel aan mijn eigen kinderen kan geven en dat ze vanaf hun jongs af aan met Jezus opgroeien.”
Heb je je wel eens afgevraagd: Al die moeite vanwege mijn geloof, is dat het wel waard?
“Het is het zeker waard! Ik heb vrede en hoop ontvangen. Als ik nu sterf, weet ik dat ik bij Jezus terechtkom. De moeite die ik nu ervaar, staat niet in verhouding tot de vrede die heb ontvangen door het leven met Jezus Christus.”
Bekijk ook deze video:
Verstoten vanwege Jezus from SDOK on Vimeo.
Esther vertelt tijdens het mini-symposium 'I am n' hoe haar bekering tot het christendom haar leven op zijn kop heeft gezet en hoe zij heeft geleerd om te blijven staan voor haar geloof. Lees hier meer oer het symposium.
Onder de naam I am n zijn verschillende producten ontwikkeld, voor gebruik in groepssetting én individueel. Klik hier voor meer informatie.
Praatmee