Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Veel christenen zien, wanneer ze aan feminisme denken, schreeuwende vrouwen op de barricades voor zich die alles wat mannelijk is haten. Hun verbeelding wordt geïnspireerd door beelden van feministisch protest in de jaren 60, 70 en 80 toen vrouwen vrijheid, onafhankelijkheid en autonomie eisten. Het is waar, feminisme behoort tot de progressieve bewegingen in onze cultuur. Het wordt vaak in één adem genoemd met radicalisme en socialisme. Feminisme zet zich in om de sociale orde om te wentelen en veranderingen te bewerkstelligen die verstrekkende consequenties hebben.
Feminisme is een beweging die in de vroege 20ste eeuw begonnen is als een oproep van vrouwen om gehoord te worden en behandeld te worden als gelijken in een maatschappij gedomineerd door mannen. Feminisme noemt deze dominantie het patriarchaat (naar het woord patriarch, aartsvader). Mannen hebben vanaf het begin de dienst uitgemaakt en de grenzen gesteld waar binnen vrouwen zich mochten bewegen. De plaats van de man is in het publieke leven terwijl de vrouw thuis moet blijven. Mannen bemoeien zich met bestuurlijke en officiële aangelegenheden, vrouwen met de huiselijke. Mannen leiden, vrouwen volgen (en lijden). Feministen zeggen dat dit verkeerd is en dat vrouwen gelijke kansen moeten hebben op de arbeidsmarkt, gelijke inkomens moeten kunnen verdienen, en evenredige toegang tot leiderschapsfuncties moeten hebben.