‘Welzalig is hij die uw kleine kinderen grijpen en tegen de rots verpletteren zal,’ zegt het slot van Psalm 137. “Soms lijken bijbelgedeelten op de propaganda van IS. Tenminste, als je niet weet waar deze teksten vandaan komen,” vertelt dr. A. Versluis tijdens de Haamstedeconferentie in Elspeet. Wat moeten we met teksten die spreken over geweld in opdracht van of met goedkeuring van God? En wat zegt het slot van Psalm 137 over God Zelf? Versluis geeft een aantal handreikingen.
“Het beeld in het laatste vers van Psalm 137 is echt zo erg als het lijkt. Het gaat over kleine kinderen verpletteren. Iemand die zoiets gruwelijks doet wordt geprezen. Je voelt de huiver en weerzin als je dit leest. Stel je voor dat iemand je kinderen vastpakt en tegen een rots... ik durf het mij niet voor ogen te halen. Je zou er misselijk van worden dat weerloze kinderen op zo'n afschuwelijke wijze gedood worden. Als je niet weet waar het vandaan komt, zou je denken aan de propaganda van IS. Daarom wordt het christendom in opiniestukken op één lijn geplaatst met de islam. Juist omdat we steeds meer geconfronteerd worden met geweldexplosies, is onze samenleving hier gevoelig voor geworden."
Gods oordeel over Babel Versluis legt uit: "In deze Psalm lezen we over het contrast tussen Babel en Sion. Belangrijk om te weten is dat het hier niet gaat over specifieke locaties, maar om het beeld erachter: Sion als de stad van God. De Israëlieten zijn letterlijk en figuurlijk verslagen. De God van Israël heeft verloren van de goden van Babel, was de gedachte in die tijd. In vers 5 en 6 volgt daarom een zelfvervloeking. Psalm 137 is een lied van verslagenheid en verlangen, maar ook een lied van vergelding. Pas dan wordt de Psalm een gebed. Aan het einde van de Psalm spreekt de dichter tot God: denk aan de Edomieten, het buurvolk van Israël en een aartsvijand. Weet dat de Edomieten juichten toen de Babyloniërs met Israël afrekenden.
Een gebed om recht is met deze geschiedenis goed voor te stellen. Maar wat moeten we met het laatste vers? Allereerst moeten we het lezen in de historische en culturele context. Er is geen andere Psalm waarin je zo duidelijk een verwijzing vindt naar de historische situatie. De Psalm spreekt over een heel specifieke situatie, terwijl de meeste Psalmen algemeen worden weergegeven. Daarom moeten we terughoudend in het algemeen toepasbaar maken van dit gedeelte. Ook mogen we niet vergeten dat dit laat zien hoe wreed er in oorlogen aan toe ging. In andere Oude Testamentgedeelten lezen we hoe vrouwen en kinderen op gruwelijke wijze zijn gedood. Zwangere vrouwen werden opengesneden. Is het nu zoveel beter? Wat gebeurt er in Syrië en Nigeria? Veel dingen weten we niet, maar wat we wel horen zijn verhalen tegen weerloze mensen en kinderen.Vers 8 benadrukt dat het hier gaat om een vergelding tegen Babel om wat ze Israël hebben aangedaan. Het oog om oog, tand om tand principe wordt toegepast om het geweld in te perken. Maar waarom worden hier specifiek kinderen genoemd? Als de vijand geen kinderen heeft, is er geen toekomst meer. Er komt een einde aan de heerschappij van Babel. Denk aan de farao die alle jongetjes van Israël wilde doden. Dan zou het volk vanzelf uitsterven. Daar gaat het om in het slot van deze Psalm: laat Babel geen toekomst meer hebben. Het gaat niet om een toppunt van wreedheid en geweld tegen weerlozen, maar om een einde aan de macht van de onderdrukker. Dat is de bedoeling van dit beeld in Psalm 137.Ook is het woord ‘troost’ van belang om het slot te begrijpen. De dichter spreekt al zijn gevoelens uit en brengt zo al zijn gedachten bij God. De vergelding wordt aan God overgelaten en niet in eigen hand genomen. Dit wordt soms een wraak- of vloekpsalm genoemd. Maar de enige vloek is een zelfvervloeking in vers 5 en 6. Het einde is geen vloek, maar een gebed. Deze woorden zijn geen oorlogskleed van terroristen, maar een gebed tot de levende God. Een gebed uit diepe nood en ellende.We hebben grote moeite met deze teksten. Maar er zijn mensen die verschrikkelijk geweld hebben meegemaakt en hun familie zagen worden afgeslacht. Zij putten troost uit dergelijke gedeelten. Bij alle onrecht en wraakgevoelens kunnen zij tot God gaan en het in Zijn handen leggen; en bidden dat Hij recht zal doen. Een theoloog uit voormalig Joegoslavië zei ooit: het zou pas echt vreselijk zijn als God niet zou toornen over alle onrecht op aarde. Deze Psalm laat zien dat we voor het aangezicht van God alles kwijt kunnen. Niet alleen lof en dank, maar ook vragen, vertwijfeling en wanhoop. Zelfs onze diepste haat mogen we aan Hem overgeven, wetende dat Hij het serieus neemt en recht zal doen.Deze Psalm stelt ons de vraag: Zijn wij westerse moderne mensen lauw geworden? Leggen we te gemakkelijk neer bij zonden? Zijn we nog bewogen over onrecht in de wereld? Ook ikzelf val onder Gods oordeel. Hij alleen heeft de kennis en de macht om volkomen recht te doen. Gods oordeel is neergekomen op de Enige die het niet verdiend had en zonder zonde was: zijn eigen Zoon. Daarmee komt deze Psalm in een ander licht te staan. Deze Psalm wordt in Nieuwe Testament niet afgewezen, maar ook niet herhaald. God heeft Zijn eigen kind gegeven. Op Hem is het oordeel neergekomen. Hij wilde het oordeel dat ik verdiend heb gedragen. Daarom horen het gebed om vergeving en het gebed om recht bij elkaar. Niet je vuisten ballen maar je handen vouwen.Versluis geeft de aanwezige predikanten en theologen een aantal tips mee. “Ga de vragen die geweldsteksten oproepen niet uit de weg. Ik denk dat het belangrijk is om de moeite van lezers met geweld in de Bijbel te benoemen en serieus te nemen. Die vragen aanvoelen is niet ons sterkste punt, juist omdat we met de Schrift zijn opgevoed. Daarom moeten we ons er niet te makkelijk van af maken. Ook een beroep op Gods heiligheid is verkeerd. Abraham doet dat wel als de Heere aankondigt om Sodom te verwoesten. ‘Is het wel rechtvaardig wat God gaat doen?’ Laten we niet doen alsof Gods oordeel logisch en niet verschrikkelijk is.”Ook moedigt Versluis aan om losse teksten te plaatsen in het grote geheel van de Bijbel. “Als je kijkt naar het Oude Testament zie je dat er veel menselijk handelen wordt beschreven en afgekeurd. Daarom is het totaalbeeld van belang: het Oude Testament begint met vrede, de eerste openlijke breuk is het gevolg van God verlaten. Dan begint het geweld, dat tot uitbarsting komt in Kaïn die Abel doodslaat. Daarnaast is het eschatologische visioen van het Oude Testament een tijdperk van volkomen vrede. Jesaja 11 geeft aan dat recht en gerechtigheid zullen regeren. Er zal nergens kwaad zijn, want de aarde zal vol zijn van de kennis des Heeren.Bovendien loopt de geschiedenis uit op het kruis waar God het oordeel over de zonde legt op Zijn eigen Zoon. Als je ergens menselijk geweld en Gods oordeel ziet samenkomen, dan is het daar. We kunnen buiten Christus om niet over Gods oordeel spreken. Door het kruis is er behoud van het oordeel. De geschiedenis van het heil gaat door en ziet uit naar Gods koninkrijk in volmaaktheid. Dit perspectief geeft moed om verder te gaan.”Foto: Peter Leenhouts
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee