"Laten we onze menselijke hoogmoed aan de kant zetten"
"Jonathan had te weinig geloof om de strijd tegen Goliath aan te gaan. De Heere leerde hem zo een les nederigheid. Het mooie is dat Jonathan niet afgunstig werd," zegt ds. A. Schot. De predikant van de gereformeerde gemeente in Nunspeet schreef dertien preken over het leven van Jonathan. Onlangs kwam zijn uitgave ‘Jonathan’ uit.
We kennen Jonathan vooral van zijn vriendschap met David. Wat moeten we buiten die vriendschap over Jonathan weten?
"Jonathan verrichte grote geloofsdaden. Koning Saul ging de strijd met de Filistijnen niet aan. Vervolgens deed Jonathan het wel. Gods Woord stond voor hem bovenaan. Toen de Filistijnen zich opmaakten voor de strijd tegen Israël, stond Jonathan met zijn wapendrager tegenover duizenden soldaten. Als je die strijd durft aan te gaan, noem ik dat geloof. Dat geloof miste koning Saul toen zijn soldaten later wegliepen. Hij ging haastig een offer brengen. Hij verwachtte het van zijn soldaten. Daarvan verwacht Jonathan het niet. Hij zegt: ‘De Heere kan alles. Hij kan verlossen door één, door weinigen, door velen.’"
Hoe zag de rol van Jonathan eruit in de bekende strijd tussen David en Goliath?
"Gelet op de voorgeschiedenis is het verbazingwekkend dat Jonathan in die geschiedenis op de achtergrond blijft. Samen met zijn wapendrager drong hij het Filistijnse leger binnen. Blijkbaar had hij op dat moment niet het geloof om de strijd tegen Goliath aan te gaan. God liet Jonathan inleven, dat hij van zichzelf niets vermocht. Dit hield hem klein tegenover God. De Heere schoof vervolgens David naar voren als voorloper van de Messias. Het bijzondere was dat Jonathan niet jaloers werd na zijn overwinning op Goliath. Hij bleef nederig, en dat is één van de vruchten van de Geest. Jonathan wordt niet afgunstig, maar zijn hart springt op van blijdschap dat de vijand des Heeren verslagen is. Daar ging het Jonathan immers om. Het is grote genade, als het in ons leven niet om onszelf gaat!"
"Jonathan droeg later zijn mantel en zelfs zijn wapens over aan David. Daarmee zij hij indirect: ‘U bent de koning en ik niet’. Daar ligt een mooie geloofsles in, dat Christus in ons leven Koning moet zijn. Als het over geestelijke verlossing gaat, kunnen wij nooit met de eer krijgen. Laten wij ook bereid zijn om onze menselijke hoogmoed aan de kant te zetten."
Wat viel u verder op aan hoe Jonathan zich opstelde?
"Jonathan bleef trouw aan zijn vader Saul. Tot zijn dood heeft hij hem als vader erkend, zonder hem op verkeerde paden te volgen. Het is grote genade als je dat kunt. Een ander zal zeggen: ‘ik heb reden genoeg om het contact te verbreken’. Hij bleef hem zien als zijn vader. Vergeet niet dat David voor Saul een gevaar was, omdat hij zelf op de troon wilde blijven. Maar bij Jonathan ging het niet om eigen eer."
Waarom is de geestelijke verhouding tussen Jonathan en David een sprekend beeld van de band tussen de zondaar en Christus?
"In Johannes 15 zegt de Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen: ‘Ik noem u geen dienstknechten, maar vrienden’. Het genadeverbond is van eeuwigheid met Christus opgericht. Hij vertegenwoordigde al de Zijnen. In deze tijd krijgt het genadeverbond gestalte in een vriendschapsverbond tussen Christus en de Zijnen. Op andere plaatsen wordt het ook wel vergeleken bij een huwelijksverbond tussen Christus en Zijn Bruidskerk. Maar het zijn slechts vergelijkingen. Het verbond tussen David en Jonathan eiste niet de dood van David. Dat is het grote verschil. De eeuwige vriendschap van Christus eiste wel Zijn leven. Méér dan David is hier. Zijn vriendschapsliefde is groter geweest. Hij moest de prijs betalen om Gods recht te verzoenen om de Zijnen te behouden."
De band tussen David en Jonathan was hecht. Heeft uzelf een vergelijkbare vriendschapsband?
"Als dominee is het lastig om met bepaalde mensen uit de gemeente een sterke band aan te gaan. Daar moet je als ambtsdrager voorzichtig mee zijn. Desondanks heb ik grote vrienden gehad waar ik tot aan de dag van vandaag steun aan gehad heb. Vrienden behandelen je altijd eerlijk. Ik herinner mij een vriend uit Nieuw-Beijerland die mij wees op zaken die ik nog miste in mijn leven. Het gevaar van deze tijd is dat mensen elkaar dingen aanpraten. Een vriend is pas echt een vriend als hij zegt wat je mist. Aan zo iemand heb je meer, dan iemand die alleen goed spreekt over je."
Ds. Schot wijst tenslotte op wat de vroegere dichter Hieronymus van Alphen over vriendschap schreef:
Een vriend, die mij mijn feilen toont,
Gestreng bestraft, en nooit verschoont,
Heeft op mijn hart een groot vermogen.
Maar...'t laag gemoed, dat altoos vleit,
Verdenk ik van baatzuchtigheid;
Ik kan zijn bijzijn niet gedogen.
Praatmee