"In acht jaar ben ik een meer ontspannen dominee geworden. Wanneer het evangeliezaad eenmaal in de grond zit, moet je er niet meer aanzitten. Dat leidt tot paniekvoetbal," zegt ds. J. C. Breugem. Hij is één van de vele predikanten die een gemeente op Goeree-Overflakkee onder zijn hoede heeft. CIP.nl bezocht hem als predikant van de hervormde gemeente in Sommelsdijk.
Als tiener moest Breugem even niets van het geloof weten. "Na een nare gebeurtenis had ik het helemaal gehad met God en de kerk. Het was wel het begin van een zoektocht in alle uithoeken van kerkelijk Nederland. Van oud gereformeerd tot evangelisch, in bijna iedere kerk was ik te vinden. Alle verschillende vormen van kerk-zijn dwongen mij om na te denken waar het in de kerk om draait. Het stimuleerde mij om zelf na te denken en bracht mij uiteindelijk dichter bij God. Het is niet zo dat iemand mij bij God heeft gebracht of dat ik een bijzondere, geestelijke ervaring meemaakte, al ben ik wel dankbaar voor mensen om me heen die mij de weg naar Christus wezen. Ik denk dat Hij zelf de ommekeer teweeg heeft gebracht door middel Zijn Woord."
Voordat Breugem theologie studeerde in Utrecht, had hij er al een studie opzitten. "Omdat ik niet als jongeman de kansel op ging, waren mijn verwachtingen al wat getemperd. De tijd van ‘de dominee zegt het en dus is het waar’ was al duidelijk voorbij. Ik was mij er ook sterk van bewust dat wat ik zou zeggen ook echt hout moest snijden. Het moet onderbouwd zijn vanuit Gods Woord. Dat had tot gevolg dat ik dacht dat alles in één preek verwerkt moest worden en handelde ik te krampachtig. Ik sta nu wat meer ontspannen in het predikantschap. Als het evangeliezaad eenmaal in de grond zit, moet je er niet meer aanzitten."
"Wanneer het evangeliezaad eenmaal in de grond zit, moet je er niet meer aanzitten. Dat leidt tot paniekvoetbal"
De vele kerken op zijn eiland zorgen ervoor dat het gemakkelijk is om ‘te gluren bij de buren’. "Dat vind ik het lastige van deze tijd. Er zijn mensen die van de ene plaats naar de andere plaats rijden en omgekeerd om de kerk te bezoeken. Sommigen hebben daar zelfs een reis van meer dan 50 kilometer voor over. De onderlinge samenhang van de gemeente wordt daardoor ondergraven. Het gevaar is dat je een gemeente zoekt die bij jouzelf past. Uiteindelijk zoek je dan je eigen boodschap. Dat gaat voor mij verder dan de jas van de boodschap. 'De Geest spreekt tot de gemeente,' staat in Openbaring. Ook als het Woord ons tegenspreekt zouden we naar God moeten luisteren."
"Daarom zeg ik tegen mensen uit andere plaatsen niet zo snel 'kom maar binnen'," vervolgt Breugem. "Als mensen uit andere gemeente deze kant opkomen, zeg ik er graag bij: 'probeer het in je eigen woonplaats.' De eenheid van wonen en kerk is heel belangrijk."
Hij ziet dat God werkt in alle generaties. Van jong tot oud. "Toen ik hier nog maar net in de gemeente kwam ontmoette ik een oudere man die zijn leven lang aan de rand van het geloof stond. Van dichtbij zag ik hem helemaal opbloeien. Op 86-jarige leeftijd heb ik hem mogen dopen. Ook herinner ik mij een aantal jongeren die met een houding van ‘we moeten komen, maar willen niet’ naar catechisatielessen kwam. Jaren later veranderde het leven van één van die jongeren op radicale wijze. Hij had geen vrede met zijn manier van leven, waarna hij belijdenis van zijn geloof aflegde. Dit is het werk van God en als predikant vorm ik een radertje in dat grote raamwerk."
"Als ik mijn bezigheden ga zien als een taak en niet als een kans om God te dienen, gaat het fout"
De predikant is vader van zeven kinderen. De oudste is 14 en de jongste kwam een half jaar geleden ter wereld. "Als predikant doe ik veel mee in het gezinsleven. Tegelijkertijd ben ik veel avonden weg. Dat is soms een nadeel, maar tegelijkertijd liggen de jongste kinderen vroeg en bed en zijn de oudsten druk met huiswerk. Dus dat nadeel valt relatief nog mee. Wat misschien nog lastiger is, is de impact die het predikantschap heeft op je persoonlijk leven. Soms is er reden tot blijdschap, maar het predikantschap kent ook de nodige zorgen en spanningen. Doordat ik overdag veel thuis ben kan dat soms ook de nodige invloed hebben op de sfeer in het gezin."
Breugem wijst naar een bidstoel in de hoek van de kamer. "Daar keer ik telkens naar terug voordat ik de dag begin. Zonder contact met God maak ik als predikant de grootste missers. Als ik mijn bezigheden ga zien als een taak en niet als een kans om God te dienen, gaat het fout."
Praatmee