In
‘Ik zou wel eens willen weten’ van de EO stelde Tjitske Volkerink mij deze vraag. De vraag is lastig, omdat twee sterk verschillende godsdiensten in hun geschiedenis of op detail ogenschijnlijk overeenkomsten hebben. Ik geloof, dat de God van IS in de verte niet lijkt op de God van het christendom, de God, die wij in Jezus Christus leren kennen. Tegelijkertijd, als je sommige verhalen uit de Bijbel legt naast het optreden van IS, lijken er overeenkomsten. Dat vraagt om uitleg van die passages in de Bijbel, waarmee een volgend probleem naar boven komt: onze kijk op de Bijbel. We willen Bijbelgetrouw zijn. Dat dienen we vast te houden.
Het antwoord: ‘de God van het Oude Testament is niet dezelfde als van het Nieuwe Testament, zoals we Hem leren kennen in Jezus’, is geen antwoord. Daarmee maak je God veranderlijk en dus onbetrouwbaar. God is onveranderlijk. Ook verklaringen als 'symboliek' en ‘teksten geestelijk zien’ zijn - hoewel leerzaam - niet voldoende om daarmee de daden die gebeurd zijn te rechtvaardigen.
Ik sta dus voor het probleem: “Als God dezelfde is in het Oude Testament en ik mag niet aan de Bijbel tornen, hoe krijg ik die twee dan bij elkaar? Een God die liefde is en een God, die kinderoffers en volkerenmoord opdraagt?”
Het antwoord: ‘de God van het Oude Testament is niet dezelfde als van het Nieuwe Testament, zoals we Hem leren kennen in Jezus’, is geen antwoord
Het lijkt mij een verkeerde weg om aan God te twijfelen. Twijfel aan de Bijbel, Gods Woord, eveneens. Ik kan wel twijfelen aan mijn manier van Bijbellezen, mijn interpretatie en mijn opvatting over wie God is. Hoe lees je het Oude Testament als je de God, die Jezus openbaarde, hebt leren kennen? En hoe goed ken ik God, dat mijn interpretatie van wat ik lees de juiste is?
Die spanning begint al bij de zondeval. Daar lees je dat de reactie van de mens op zijn eigen zonde, angst is. Angst voor God. De Bijbel benoemt niet dat God boos is, maar je kunt het er wel in willen lezen. God zoekt de mens op en roept hem. God is voor en na de zondeval dezelfde, net als in het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het is de mens die door de zondeval is veranderd en zich veiliger voelt in duisternis en angst, dan in het licht en liefde. En dat met zich meedraagt.
God reageert door zich stapje voor stapje te openbaren in de duisternis waarin de mens leeft. In het Oude Testament zie je een voortschrijdende openbaring van wie God is, met name door de koppelingen met de namen van God. Met namen zoals Jehova Jireh (Voorziener) en Jehova Rapha (Heelmeester) laat God licht schijnen in de duisternis waarin de mensen leefden. Met andere woorden: God komt op het niveau van waar de mens zich in zijn ontwikkeling bevindt. Hij openbaart zich dan met een bepaald aspect van zijn wezen. Vaak tegenover de cultuur en praktijken van de volken in die tijd. “Nee, Abraham, Ik ben geen God, die kinderoffers vraagt zoals in de cultuur om jou heen… Ik ben een God die in genade voorziet”. Heeft God dan niet tegen Abraham gezegd dat hij Izak moest offeren? Hij wilde hem toch testen? Tast ik mijn Bijbelgetrouwheid niet aan?
Ten diepste komt iedere vorm van fundamentalisme op voort uit angst voor een boze en straffende God
Zeker, God heeft dat gezegd, maar dat is minder relevant dan de les van die test en de openbaring die God wil geven in de toen heersende duisternis. Gods weg is om in die duisternis te komen, zelfs deel te worden van die duisternis, maar niet mee te gaan in de zonde.
En daarmee kom ik bij Jezus. Jezus, het Licht van de wereld, die aan ons laat zien wie God werkelijk is. Als je God wil kennen, moet je naar Jezus kijken. Zo is Hij. En om dat te openbaren kwam Hij en komt Hij in onze duisternis naast ons staan, binnen onze kennis en ons relationele vermogen. Van daaruit gaat Hij verder om ons meer te openbaren en onze angsten te overwinnen door zijn liefde. Dat deed Hij door zijn komst, in zijn omgang met zijn volgelingen en met ons. Jezus is de perfecte afdruk van het wezen van God. En het meest ultieme beeld van zijn liefde is het kruis. Christenen aanbidden een God die duisternis verdrijft met Licht en zonde overwint met liefde, zelfs als deze de vorm van een marteldood aanneemt.
Ten diepste komt iedere vorm van fundamentalisme op voort uit angst voor een boze en straffende God. Die angst die vanaf Adam al in de mensen zit en alleen door het ontvangen van de liefde van God verdreven wordt. Het is dus niet verwonderlijk dat waar deze angst het hoogst is men vormen van extremisme naar boven ziet komen. Helaas heeft het christendom ook zo haar geschiedenis. En vandaag de dag staat die uitdaging weer voor de deur bij het vreemdelingen- en vluchtelingen vraagstuk.
Henk Rothuizen is 30 jaar voorganger en tot voor kort was hij hoofd van EO's Nazorg.
Praatmee