Het is een bescheiden ontwikkeling, maar hij groeit wel: christenen die joodse feesten gaan vieren, van de zondag op de sabbat overstappen, naar nieuwe ‘messiaanse’ gemeenten gaan. Hoe moeten we die ontwikkeling waarderen? Is dit een terugkeer naar het vroege christendom – of juist een breuk?
De reacties op de voorzichtige groei van deze ‘messiaanse’ beweging, lopen sterk uiteen. Vanuit christelijke kring is er sprake van afkeuring omdat er een breuk ontstaat met de eeuwenoude christelijke traditie, maar is er anderzijds ook interesse: wat beweegt deze mensen? Wat hebben ze gevonden wat ze kennelijk in de gangbare kerken en gemeenten niet vonden? De joodse commentaren zijn vaak veel uitgesprokener. Een enkeling, vooral uit liberaal-joodse hoek, reageert positief. Dat past binnen de universele traditie van het liberale jodendom vanuit de negentiende eeuw: het jodendom is bedoeld voor joden, maar wil uiteindelijk de hele mensheid dienen. Vanuit die insteek valt een wending van christenen naar joodse vormen en inhouden positief te duiden: christenen ontdekken de betekenis van het jodendom en gaan dat in hun eigen context uitleven.
Veruit de meeste joden – orthodox, liberaal en niet-vroom – wijzen de hele ‘messiaanse’ beweging echter scherp af. Daarvoor hebben ze meerdere argumenten. Het eerste is dat ze er een verkapte zendingsbeweging in zien, weer een nieuwe poging van christenen om joden van het jodendom af te trekken. Het tweede is dat ze heel principieel stellen dat de joodse feesten en gebruiken door God exclusief aan het joodse volk zijn gegeven en niet zijn bedoeld voor de ‘volkeren’. Ook in een joodse visie op de eindtijd past het niet dat alle volkeren ‘joods’ gaan worden. Israël is een priestervolk voor alle naties, maar alle naties hoeven geen priesters te worden.
Het derde is meer emotioneel: na eeuwen waarin christenen joodse feesten en gebruiken fel hebben bestreden en als ‘ceremonialisme’ hebben verworpen, maken ze nu na de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de Staat Israël plotseling een wending van 180 graden. Veel joden hebben het idee dat de joodse traditie wordt afgepakt, geconfisqueerd door christenen. Zij zien liever dat christenen zich opstellen als ‘goede christenen’, in plaats van zich voor te doen als ‘halve joden’.
Genoeg redenen om deze trend wat meer tegen het licht te houden. Een positief element is de herwaardering die ontstaat voor het jodendom, joodse feesten en gebruiken. De manier waarop kerken eeuwenlang het jodendom hebben genegeerd of afgewezen en de joodse traditie als ‘wettische werken’ hebben afgewezen, wordt terecht doorbroken. Er is een levende joodse traditie, die elementen uit de Bijbel tot op de dag van vandaag uitleeft. Pesach en Jom Kippoer – om twee voorbeelden te noemen – zijn niet alleen iets uit het Bijbelse verleden, maar zijn dagen die nog altijd worden gehouden door miljoenen joden over de hele wereld.
De vraag is echter wel wat een dergelijke herwaardering van joodse feesten en gebruiken vervolgens voor christenen betekent. Is het de bedoeling dat christenen hun eigen kerkelijke kalender verlaten en de joodse omarmen? Sommigen in de ‘messiaanse’ beweging betogen dat met kracht: de christelijke feestdagen zouden ‘onbijbels’ zijn, de joodse feesten zouden de echte, ‘bijbelse’ feestdagen zijn.
Een dergelijke opvatting vindt echter geen steun in zowel de joodse als de christelijke traditie. De joodse traditie stelt dat joodse feesten bedoeld zijn voor joden en er zijn allerlei gebruiken (mitzvot) die niet door niet-joden uitgevoerd mogen worden. Christenen die dat toch gaan doen ‘spelen’ in joodse ogen met heilige zaken. We leven in een vrije, open samenleving en verboden kan het niet worden, maar respect zal hiervoor uit joodse hoek zeker niet komen.
Niet-joodse gelovigen kregen de vrijheid om een eigen christelijke levensstijl te ontwikkelen
De christelijke traditie levert echter ook de nodige kanttekeningen op. Toen de jonge christelijke beweging naast de joden van het eerste uur ook steeds meer niet-joden begon aan te trekken, werd een fundamenteel debat gevoerd. Moesten de nieuwe gelovigen om bij de christelijke gemeente te gaan behoren ook toetreden tot het joodse volk? Moesten zij ook ‘het juk van de Tora’ op zich nemen, zich laten besnijden, de joodse feesten gaan vieren?
De meningen hierover liepen sterk uiteen. In Handelingen 15 komt het tot een diepgaand gesprek en een breed gedragen oplossing, voorgesteld door Jacobus. Niet-joodse gelovigen hoefden geen joden te worden, maar kregen de vrijheid om een eigen christelijke levensstijl te ontwikkelen. Wel moesten zij zich expliciet onthouden van heidense gebruiken en feesten. Tussen jodendom en heidendom ontstaat zo een christelijke levensstijl: niet-joods en niet-heidens, verbonden met de traditie van het Oude Testament en de evangeliën én verbonden met de heidense volkeren waarvan men deel uitmaakte. Een Romeins christen bleef Romein en moest zijn eigen cultuur ‘ingaan’ om het geloof te verspreiden.
De vroege kerk moest met die dubbele erfenis én met de vrijheid die ze in Handelingen 15 verkreeg, een eigen koers uitzetten. Daarbij werd de band met het Oude Testament niet doorgeknipt, maar werd een nieuwe manier gevonden voor niet-joden om basale elementen jaarlijks te doorleven. Diverse feesten, zoals Pasen en Pinksteren, werden nu opgenomen in een nieuwe kalender waarin het leven van Jezus centraal staat: van de aankondiging van zijn geboorte (advent), via lijden, kruis, opstanding en hemelvaart naar de uitstorting van de heilige Geest met Pinksteren.
De nieuwe christelijke kalender staat niet tegenover de joodse, maar ernaast. In Handelingen 15 wordt namelijk niet gezegd dat joodse gelovigen moesten breken met hun joodse identiteit: zij bleven volop deel van het joodse volk en deelden in de specifieke roeping van Israël. Het is de tragiek van de kerk dat in de eerste eeuwen de ruimte voor deze groep joodse christenen steeds beperkter is geworden en zij zelfs werden vervolgd.
Het is een goede zaak als christenen nu de joodse feesten en gebruiken herontdekken, daarvan willen leren en zich erdoor laten inspireren. Maar het gaat tegen de besluiten van de apostelen in Handelingen 15 in als niet-joden zich gaan gedragen als joden; zij moeten hun missionaire roeping onder de eigen ‘heidense’ volkeren trouw blijven. De christelijke kalender, gecentreerd rond Jezus, kan hen daar alleen maar bij helpen.
Praatmee