Antonio Spadaro interviewde recent paus Franciscus. CIP.nl selecteerde 10 mooie uitspraken van de paus.
Antonio: "Wie is Jorge Mario Bergoglio?"
Franciscus: "Ik weet niet wat het meest precieze antwoord is… maar ik ben een zondaar. Dat is de juiste definitie. En het is niet zomaar een manier van zeggen, een literair genre. Neen, ik ben een zondaar." Hij voegt toe: "Tja, de beste synthese die bij me opkomt en die ik als de meest correcte aanvoel is deze: ik ben een zondaar op wie de Heer zijn blik heeft laten vallen." En hij herhaalt: "Ik ben iemand op wie de Heer zijn blik gericht heeft."
"Het gaat erom de kleine dingen van elke dag te doen met een groot hart dat openstaat voor God en de anderen. Het gaat erom kleine dingen te kunnen waarderen binnen het perspectief van een weidse horizon, namelijk die van het Rijk Gods."
"Ik beschouw heiligheid als aanwezig in het Volk Gods dat geduldig is: een vrouw die haar kinderen opvoedt, een man die werkt om brood op tafel te brengen, de zieken, de oudere priesters die dikwijls heel diep gekwetst toch de glimlach bewaren, omdat ze de Heer hebben gediend, de zusters die zo hard werken en een verborgen heiligheid beleven. Dat is voor mij de gewone heiligheid. Heiligheid associeer ik heel dikwijls met geduld: niet enkel geduld in de zin van de hypomoné, het geduldig aanvaarden en opnemen van de evenementen en omstandigheden van het leven, maar tevens een continu voortgaan, dag na dag. Dat is de heiligheid van de strijdende Kerk waarover Ignatius het heeft."
"Ik zie het heel duidelijk: wat de Kerk vandaag het meest nodig heeft, is het vermogen om wonden te helen en om de harten van de gelovigen aan te wakkeren, dit tezamen met nabijheid en meevoelen. Ik beschouw de Kerk een beetje als een veldhospitaal net na een slag. Het heeft geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte. Met moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten. Wonden helen, wonden verzorgen… en men moet van onderuit beginnen. De Kerk heeft zich soms laten inkapselen in details en kleine voorschriftjes. Het belangrijkste is nochtans de Blijde Boodschap: 'Jezus Christus heeft je gered!'"
5. Richten op kerkverlaters
"Laat de kerk in plaats van enkel een Kerk te zijn die verwelkomt en ontvangt met open deuren, veeleer een Kerk proberen te zijn die nieuwe wegen bewandelt, die in staat is zichzelf te overstijgen en de hand uit te steken naar degenen die haar niet kennen, of die weggegaan zijn of onverschillig geworden zijn. Wie weggegaan is, doet dit vaak uit redenen die, wanneer men die goed begrijpt en inschat, niet noodzakelijk een terugkeer verhinderen. Maar daar is durf voor nodig, en moed."
Een goede, echte homilie (preek, red.) moet beginnen met de Blijde Boodschap, de Heilsboodschap. Er is niets krachtiger, dieper en betrouwbaarder dan die boodschap. Vervolgens dient men aan catechese te doen… en men kan er dus ook morele consequenties uit trekken. Maar de boodschap van Gods reddende liefde komt eerst en dan pas het morele en religieuze gebod. Vandaag de dag is het dikwijls net of het tegenovergestelde geldt. De homilie is de toetssteen voor het meten hoe nabij een pastor is, in welke mate hij in staat is zijn mensen te ontmoeten: wie preekt moet het hart van zijn gemeenschap kennen. Pas dan kan hij de vinger leggen op die plek waar het verlangen naar God brandt en leeft. De evangelische boodschap mag zich niet beperken tot enkele aspecten, hoe belangrijk ook, want uit zichzelf kunnen deze niet gestalte geven aan de kern van Jezus’ leer."
"God ontmoeten in alle dingen is geen empirisch eureka. Willen wij God ontmoeten, dan wensen we Hem onmiddellijk via een empirische methode (zichtbaar, red.) waar te nemen. Maar zo ontmoet men God niet. Men ontmoet hem in de lichte bries van Elia."
8. Geloofstwijfel
"Als iemand zegt dat hij God ontmoet heeft met een zekerheid die elke marge van twijfel uitsluit, dan zit het niet goed. Voor mij is dit een heel belangrijk gegeven. Als iemand op alle vragen een antwoord heeft, dan is dit juist het bewijs dat God niet met hem is. Dit wil zeggen dat het om een valse profeet gaat die religie dan voor zijn eigen voordeel gebruikt. De grote leiders van het Volk Gods, zoals Mozes, hebben altijd een marge van twijfel, van onzekerheid gelaten.... God vinden en zoeken in alle dingen brengt het risico met zich mee dat je te veel uitdrukkelijk wil bepalen, dat je met menselijke zekerheid en arrogantie gaat beweren: 'God is hier'. We zullen dan enkel een god vinden naar onze maatstaven. De correcte houding is die van Augustinus: God zoeken om Hem te vinden en Hem vinden om Hem steeds te zoeken. En dikwijls zoeken we met aftasten, net zoals in de Bijbel. Dit is de ervaring van de grote Vaders in het geloof, die voor ons een model zijn. Het is goed hoofdstuk 11 van de Hebreeënbrief te herlezen. Abraham is vertrokken zonder echt te weten waar naartoe, uit puur geloof. Al onze voorlopers in het geloof zijn gestorven terwijl ze het beloofde goed zagen, maar van verre…"
9. Een enkele zekerheid"Ik heb slechts één dogmatische zekerheid: en dat is dat God aanwezig is in het leven van elke persoon. God is present in het leven van iedereen. Ook als het leven van een persoon een puinhoop is, als het verwoest is door ontucht, door drugs, of door om het even welke reden, dan is God toch aanwezig in zijn leven. Men kan en men moet Hem vinden in elk menselijk leven. Ook als het leven van een persoon overwoekerd wordt door onkruid en doornen, dan nog is er steeds ruimte waar het goede zaad kan ontkiemen. Je moet op God vertrouwen."
10. Over gebed
De paus vertelde ook over zijn eigen gebedsleven in het interview. "...En dan vraag ik me af: 'Wat heb ik gedaan voor Christus? Wat doe ik voor Christus? Wat hoor ik te doen voor Christus?'"
Praatmee