Iedere zondag staan in Nederland tienduizenden mensen vroeg op om naar de kerk te gaan. Maar waarom eigenlijk? Hendrik Kramer geeft door middel van zeven redenen antwoord op deze vraag. De auteur is student Scandinavische talen (Zweeds) en Theologie en woonachtig in het vissersdorp Urk.
1. De Heere Jezus ging zelf ook naar de tempel
Onze Heere Jezus kwam zelf ook regelmatig in de tempel. Al vanaf dat Hij twaalf jaar oud was, was Hij regelmatig in de tempel te vinden. Waarom? 'En Hij zeide tot hen: Waarom hebt gij naar Mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen mijns Vaders?', vermeldt Lukas 2:49. Ook in
lezen we dat het de gewoonte van Jezus was om elke week naar de synagoge te gaan. Ook wij moeten als kinderen van diezelfde Vader bezig zijn met de dingen van onze Vader. Als de Heere Jezus het moest, waarom zouden wij het dan niet moeten?
2. Petrus zegt dat we levende stenen zijn
vergelijkt de apostel ons met bouwstenen van een tempel. In een gebouw zitten stenen tegen elkaar aan gedrukt, zo vormen ze samen een gebouw. Je hebt niets aan allemaal losse stenen! Door samen te komen als gemeente bouw je elkaar op in geloof en liefde, met de gaven die jij als levende steen van God hebt gekregen. En zo bouwen anderen jou ook weer op. Een win-win situatie dus! Maar je leert ook dat christenen net als jou mensen zijn die zondigen en foute dingen doen. Toch mogen we ondanks toch bij de Heere Jezus horen.
3. Paulus spreekt over de gemeente als een lichaam
In zijn brief aan de Korinthe vergelijkt de apostel Paulus ons met een lichaam. Een lichaam heeft allemaal verschillende ledematen: handen, voeten, en die handen hebben weer vingers etc. Paulus zegt dat alle ledematen belangrijk zijn. Het kan niet zo zijn dat het ene lichaamsdeel tegen het andere zegt: Jou kunnen we niet gebruiken! Juist in de gemeente mag je leren en ervaren dat God ook jou wil gebruiken om Zijn Naam groot te maken. En je hebt anderen nodig om jou daar op te wijzen.
4. Hebreeën zegt dat we de samenkomst niet moeten nalaten
In Hebreeën 10:24-25 lezen we:
'En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.'
Juist in de eindtijd is het belangrijk om elkaar op te zoeken en te bemoedigen. De eerste christenen en nu ook nog steeds heel veel christenen in andere delen van deze wereld leven in angst. Ze komen in het geheim samen. Met gevaar voor eigen leven zoeken ze elkaar op. Soms moeten ze er nog uren voor lopen ook. In Moldavië is ergens een kerkje waar een handjevol mensen samenkomt. Het zijn arme mensen die ver moeten lopen, toch komen ze elke week trouw en er wordt zelfs gewacht tot iedereen er is. Wat kunnen wij daar veel van leren!
5. De apostelen deden vanaf het begin al alles samen
Al vanaf dag één zijn de apostelen en de eerste gemeenteleden bij elkaar om te volharden in het gebed, het bestuderen van de Schriften en voor het breken van het brood. Het heeft zo’n impact op de mensen rondom dat er steeds meer mensen bij willen gaan horen.
6. God heeft bepaalde mensen aangesteld om anderen te helpen groeien in het geloofsleven. Maak van hun gaven gebruik
De Here God heeft bepaalde mensen geroepen tot het ambt. Predikanten zijn geroepen door God om Zijn evangelie te verkondigen, maar ook om jou als gelovige te bemoedigen en te vermanen. Een predikant wijdt zijn leven in de dienst aan God. Hij is bezig met het bestuderen van de Bijbel en hij wordt door God ingezet om elke zondag een preek te geven om via dat middel jou als gelovige te bemoedigen. Ik ben dankbaar dat de Heere nog steeds zulke mannen in wil zetten om ook mij als gelovige te laten groeien. Regelmatig is er in de inbox van de predikanten een vraag van mij te vinden. Ook kan het soms gebeuren dat de dominee een preek houdt en iets zegt wat echt bij je naar binnenkomt. Andere mensen doen een beroep op de predikant of op de ouderling, omdat ze pastorale hulp nodig hebben. De diakenen zijn er om mensen financiële steun te verlenen of andere praktische hulp. Als je lid wordt van de kerk mag je van hun gaven gebruik maken. Prachtig toch?
7. God zei al in het begin dat het niet goed was dat de mens alleen zou zijn
Al voordat er sprake was van zonde en gebrek in deze wereld constateerde God al dat er voor Adam in zijn eentje niets aan was. God ging toen meteen aan de slag om een helper voor Adam te maken. Als Adam in een perfect paradijs al niet zonder iemand anders kon, waarom denken wij dat dan wel te kunnen?
Voor vragen en opmerkingen is Hendrik Kramer per
bereikbaar.
Praatmee