Jan Zijlstra is door de rechter ontslagen als voorzitter en leidinggevende bij De Levensstroom gemeente. Dat blijkt uit de uitspraak van de rechter vandaag. Dit betekent dat de bekende evangelist uit de de door hem gestichte kerk wordt gezet en geen leidinggevende functie meer mag bekleden. In de praktijk zal dit waarschijnlijk gaan betekenen dat er geen genezingsdiensten meer door Jan Zijlstra in de Levensstroom worden gehouden en dat hij daar in de toekomst niet meer zal spreken.
De rechter heeft geoordeeld dat Jan Zijlstra juridisch op een juiste wijze is gesommeerd op te stappen omdat daar in het bestuur een meerderheid van stemmen voor was. Ook wees de rechter het zogenaamde 'overzienerschap' van Zijlstra af: een ongeschreven regel dat Jan Zijlstra als stichter van De Levensstroom uiteindelijk meer te zeggen had dan de rest van het bestuur.
Eerder probeerde Jan Zijlstra zijn vertrek uit de Levensstroom te voorkomen. Dit gebeurde na een conflict met de huidige voorganger van de gemeente, Rolph Hendriks. Die zou ervoor hebben gezorgd dat veel mensen de kerk verlieten vanwege onevenwichtige prediking. Bovendien zou hij niet hebben willen bezuinigen, nu de kerk in zwaar weer verkeert na een eerdere scheuring en een giftendaling. En hij zou niets willen weten van het 'overzienerschap' van Jan Zijlstra. Toen dit destijds speelde, werd Jan Zijlstra met een meerderheid van stemmen uit het bestuur gezet (3 tegen 2), wat er op neer kwam dat hij de kerk en zijn in de Levensstroom gevestigde bediening zou moeten stopzetten. Dat weigerde hij, waarna hij naar de rechter stapte. Dat lieten Jan Zijlstra en mediator Jan Sjoerd Pasterkamp eerder weten aan CIP.nl.
Lees hier meer daarover. Een vertrek van Zijlstra zou waarschijnlijk ook voor een faillissement zorgen van de kerk, omdat de bediening van de evangelist relatief veel giften mag ontvangen.
Rolph Hendriks wilde dat Zijlstra zou opstappen omdat Jan Zijlstra meermalen informatie zou hebben achtergehouden, waaronder het aangaan van een overeenkomst met TV-West voor een bedrag van € 57.000,--. Ook zou hij niet de gelijkheid van bestuursleden willen accepteren en een vertrouwensbreuk hebben geforceerd.
In aanloop naar de rechtszaak toe lieten de beide partijen elkaar weten dat ze de uitspraak van de rechter als bindend zouden zien. Het is om die reden niet te verwachten dat er een hoger beroep komt.
Praatmee