"Ik vond christenen hypocriet en wilde niets met God te maken hebben." Karel Dercksen (54) keerde zich af van het geloofsleven en hield zich bezig met satanische muziek en drugs. "Ik liet de duivel toe in mijn leven." Het leven van de Feyenoord-supporter veranderde toen hij op een avond zijn zoontje op bed legde. Tot vier maal toe vroeg hij zijn vader of hij geloofde in God. De volgende dag gaf Karel zijn leven over aan de Heere Jezus.

Karel groeide op in een gereformeerd gezin. Als kind was hij nog helemaal geen felle tegenstander van het christelijk geloof. Preken spraken hem aan en Karel legde belijdenis van zijn geloof af. "Toen ik 18 jaar werd, dwaalde ik af. Ik was helemaal klaar met de door mensen gemaakte regels die de kerk oplegde. Gelovigen vond ik hypocriet en kon niet merken dat God er was. Ik had er geen zin meer in om met tegenzin naar de kerk te gaan. Ik ontdekte het uitgaansleven en nog veel meer dan dat. Toen mijn ouders op zondagochtend naar de kerk gingen, stapte ik mijn bed in na een nacht uitgaan en drinken. Natuurlijk vonden mijn ouders en de kerk dat niet leuk, maar ik had er gewoon geen zin meer in."

Tien jaar lang had Karel een seizoenkaart van voetbalclub Feyenoord. "Bier drinkend en blowend zat ik zondagmorgen in de trein op weg naar stadion De Kuip. Als Feyenoord verloor, werd ik ontzettend kwaad. Mijn vrouw zei dan bewust de hele dag niets tegen mij." Ook ontdekte Karel de satanische muziek. "Een collega van mij was werkzaam in een coffeeshop en sleepte mij mee naar tal van muziekfestivals. Ik begon de heavy metal-muziek leuk te vinden." Heavy metal was een muziekstroming die was ontstaan uit de hardrockmuziek. "Satan kwam in mijn leven en kreeg mij volledig in zijn macht. Ik zong: 'I'm on the highway to hell' (ik ben onderweg naar de hel, red.). Alsof de duivel zijn wil in mij legde." Naar eigen zeggen liet hij zich inspireren door de vijand.

"De satanische muziek had invloed op mijn gedrag. Het drugsgebruik nam toe en ik stal allerlei materialen. Daarnaast was ik ook racistisch. Ik had een hekel aan moslims. 'Kom maar terug naar Nederland als je fatsoenlijk Nederlands kon praten', zei ik tegen ze." Op een morgen zat Karel in zijn auto naar heavy metal te luisteren. Hij had zijn zoon naar zwemles gebracht. "Er kwam een uiterst vriendelijk man voorbij. Hij droeg een pet met de tekst: 'I love Jesus'. Wat mij opviel, was dat hij mij niet lastig viel met zijn geloof en altijd heel erg vriendelijk naar mij was." Later ging Karels vrouw op uitnodiging mee naar een doopdienst in een kerk. "Ik wilde absoluut niet mee. Op dat moment wist ik niet dat mensen in die kerk voor mij aan het bidden waren."

In oktober 2007 werd Karel aangehouden door de politie. Hij reed onverzekerd in zijn auto en had veel boetes niet betaald. "Ik moest een nacht de cel in. In die periode zat ik totaal niet lekker in m'n vel." Niet lang daarna legde Karel zijn zoontje op bed. 'Papa, Thijs (zijn schoolvriend, red.) heeft gezegd dat God goed is en de duivel slecht'. "Hij vroeg mij vervolgens of ik in God geloofde," herinnert Karel zich nog goed. "Ik zei vervolgens: 'Ga maar lekker slapen. Daar hebben we het nog wel over'. Maar mijn zoon liet mij niet gaan en vroeg tot vier maal toe of ik geloofde in God. 'Je gaat mijn kamer niet uit voordat je 'ja' of 'nee' hebt gezegd', zei hij. Tot mijn verbazing zei ik: ja, ik geloof. Achteraf zie ik dat God mijn zoon destijds heeft gebruikt om mij op te roepen tot bekering."

"De volgende dag bleek waarom ik 'ja' zei. Vrienden van ons waren op visite. Vier uur lang spraken ze over het geloof. Ik ontweek voortdurend lastige vragen. Totdat ik die avond huilend de Heere Jezus aanvaardde. De Bijbeltekst Johannes 3:16 werd over mijn leven uitgesproken. Later heb ik mij samen met mijn vrouw laten dopen." Een dag voor die doop gooide Karel al z'n satanische muziek de deur uit. "Mijn vrouw wees mij op al m'n cd's die ik nog in bezit had. Ik gooide ze buiten op een stapel en stak ze in brand. Alles ging in rook op." Karel bouwde met zijn vrouw zijn geloofsleven op in Evangelie Gemeente Flakkee te Oude-Tonge. "Later maakte ik met mijn basgitaar deel uit van het muziekteam. Opeens zong ik totaal andere muziek dan vroeger."

Regelmatig stopt Karel tijdens een zangdienst in de kerk even met spelen. "Soms ben ik in tranen en hef ik mijn handen op naar boven. Op die momenten besef ik dat de Heere Jezus is gestorven voor mijn zonden." Karel geeft toe dat zijn leven met God niet altijd voelt als een overwinningsleven. "De duivel valt ons altijd lastig en weet onze zwakke plekken. Af en toe ben ik nog wel eens agressief. En onlangs voelde ik mij niet zo fijn. In stilte sprak ik met God. Er kwam een enorme rust over mij. Ik realiseerde mij opnieuw dat God echt is. Soms heb ik ontzettend fijne momenten met God en dan denk ik: telkens weer ben ik welkom bij Hem. Ik kan mij geen leven voorstellen zonder Jezus Christus als mijn Redder."