'Ik belijd: ons land heeft gezondigd en wij zijn ook schuldig... en namen te gretig uw genade aan', zingen we in een hedendaags lied (Opw. 390). Een oud lied sprak van 'bitter berouw dat mijn harte vervult'. Kennen we nog zoiets als schuld belijden en berouw? Weinig hedendaagse liederen gaan over de noodzaak van zonde belijden en berouw. Zeker, de kern van het Evangelie is de boodschap van genade en Gods onmetelijke liefde. Maar die lichtende waarheid kan alleen worden onderscheiden en ten volle ervaren tegen de onverbiddelijke donkere achtergrond van de ernst van de zonde en het 'bittere berouw' dat ons maar al te vaak past.
Opmerkelijk is dat de werkwoordsvormen in de aangehaalde liedregels in de tegenwoordige tijd staan. Klopt dat wel? Als wedergeboren christenen zijn onze zonden toch vergeven en is onze schuld betaald? We hoeven nu toch geen bitter berouw meer te voelen?
Ik ontmoette ooit mensen die leerden dat als je eenmaal tot geloof gekomen was, schuld had beleden en vergeving had ontvangen, dit ook voor de rest van je leven gold. Je hoefde nooit meer om vergeving te bidden. Christus had je immers gered en je schuld vergeven, verleden, heden en toekomst. Bidden om vergeving voor zonden die je na je bekering beging, zou een teken zijn van ongeloof in het volbrachte werk. Deze leer wordt verkondigd door Joseph Prince (foto) uit Singapore, die ook in Nederland veel aanhang heeft.
Ernstige consequenties
Zoals gewoonlijk met foute leringen zit er een kern van waarheid in: het werk van de Here Jezus Christus is volbracht. Hij stierf voor onze zonden in het verleden, het heden en de toekomst. Maar het verbieden van vergeving vragen voor onze huidige zonden gaat lijnrecht in tegen Gods Woord. Zo'n leer maakt 'bitter berouw' in het heden inderdaad overbodig, maar dit heeft ernstige consequenties. Stukje bij beetje ontneemt deze dwaling je het zicht op de ernst van de zonde en opent daarmee de deur tot het toelaten van zonden. Het hindert een belangrijk werk van Gods Geest: de overtuiging van zonde. Het verdooft de werking van het geweten. 'Het zit immers allemaal wel goed.' Het ontneemt de gelovige ook het heilzame en bevrijdende belijden van de zonde, waarmee hij of zij in het reine kan komen met God en de medemens. 'Wij namen te gretig uw genade aan.'
Zonden goedpraten
Zo'n valse leer betekent leven met de leugen dat het wel meevalt met ons zondige hart. Uiteindelijk leidt dat ertoe dat we de zonde zelf niet meer onderscheiden. Zonden goedpraten is onze natuurlijke neiging. Dat heeft de duivel de mensheid geleerd toen hij Eva verleidde. 'Eén hapje kan toch geen kwaad?' En die 'les' is helaas goed blijven hangen.
Wie eerlijk is, moet toegeven dat er zo makkelijk en zo vaak iets verkeerd gaat in ons hart. Als we denken dat we zonder 'bitter berouw' kunnen, dan zijn we misleid door ons 'arglistige hart', dat alleen door God wordt doorgrond (Jer. 17:9).
De volledige versie van dit artikel is te lezen in het septembernummer van De Oogst, het maandblad van stichting Tot Heil des Volks. Klik hier voor een abonnement of een gratis proefabonnement.
Praatmee