"U moet niet zo negatief over ons katholieken in de krant schrijven hoor", zei laatst een parochiaan tegen mij. "Hoe komt u daar nu bij?", vroeg ik haar. "Wel, u schreef dat wij maar zitten te kletsen en dat het bij de protestanten zoveel beter is". "Maar bij de protestanten kletsen ze nog veel meer", antwoordde ik haar. "Ik schreef in de krant dat het in hun consistorie voorafgaand aan de dienst rustiger is dan bij ons in de sacristie maar praten in de kerk doen ze nog veel meer dan katholieken." Dat bleek voor de parochiaan een opluchting want die zag me vanwege al die roomse drukte al naar de Protestantse Kerk verdwijnen.
Dat er in protestantse kerkgebouwen meer onderling wordt gepraat komt niet omdat protestanten minder eerbiedig zijn. Het komt door de wijze waarop het kerkgebouw wordt beleefd. Voor een katholieke gelovige is een kerk een heilige ruimte omdat er altijd een vorm van goddelijke presentie is. De brandende Godslamp herinnert daaraan.
Voor protestanten ligt dat anders. Voor hen is de kerk een ruimte waarin geheiligd wordt. Dus als de gemeente er samenkomt om te vieren, is er sprake van een sacrale ruimte. Anders niet. Liturgen drukken dat verschil wel eens uit door te zeggen dat bij de katholieken de heiligheid van het kerkgebouw existentieel is en bij protestanten situationeel.
Nu wordt een katholiek kerkgebouw niet zo maar een heilige ruimte. Daarvoor moet de kerk eerst geconsacreerd worden door een bisschop en met voorgeschreven rituelen. De Amerikaanse godsdiensthistoricus Eliade heeft daar moeite mee. Volgens hem openbaart het heilige zich aan de mens zoals God zich in de brandende braamstruik aan Mozes openbaarde. ‘Doe je schoenen uit want de plaats waarop je staat is heilige grond’. (Exodus 3,5) God neemt het initiatief. De mens kan de heiligheid niet afdwingen.
Ik moest daar aan denken toen we onlangs op Hemelvaart met meer dan tweehonderd voornamelijk katholieke gelovigen de eucharistie vierden in de protestantse Gertrudiskerk in Achlum. De kerk uit de elfde eeuw straalt van binnen en van buiten een zekere sacraliteit uit. Je voelt dat je er op heilige grond staat omdat daar al sinds mensenheugenis tot God wordt gebeden en gezongen.
Ik wees de katholieke en protestantse aanwezigen er op dat sinds de Reformatie de kansel er in het midden staat want voor protestanten openbaart God zich voornamelijk in het Woord. Maar ik wees ook op het venster in het oosten, daar waar zich eens het katholieke priesterkoor bevond. Op die mooie lentedag zette het licht dat er doorheen scheen de aanwezigen in een warme gloed. "In die opgaande zon herkennen wij allen Christus," zei ik. Er stond weliswaar een bisschop naast me toen ik dat zei maar vooral het besef van het Licht maakte de kerk op dat moment tot een heilige ruimte. En zal dat vast nog vaak doen.
Sipke Draisma is rk. pastor in Friesland.
Praatmee