Onder de honderden pausen van de Rooms-Katholieke Kerk zitten niet alleen maar voorbeeldige kerkleiders. Een goed voorbeeld daarvan is Johannes XII, die paus was van 955 tot 964. Hij veranderde het paleis van Lateranen in een prostitutieopleiding. De Britse historicus John Julius Norwich schreef een lijvig boek over de geschiedenis van de pausen dat nu in vertaling is verschenen bij uitgeverij Bert Bakker. In ruim 500 pagina’s beschrijft de Brit dat de geschiedenis van het pausdom wemelt van intriges, moord, verraad en mysterie. Het verhaal doet de ronde dat Johannes XII niet alleen het paleis van
Lateranen in een hoerenkast veranderde, maar dat hij zich ook vergreep
aan vrouwelijke pelgrims die neerknielden bij het graf van de heilige
Petrus. Daarnaast had de paus nog talloze minnaressen, ‘dik en dun, rijk
en arm.’
Door deze wantoestanden raakte de Rooms-Katholieke Kerk in verval en het is dan ook niet verwonderlijk dat de geestelijkheid onder leiding van keizer Otto in opstand kwam. Johannes XII sloeg op de vlucht en in zijn afwezigheid werd hij tijdens een synode geëxcommuniceerd. Maar Johannes XII keerde al snel weer terug naar Rome. Hij verjoeg de nieuw gekozen paus en verminkte of vermoordde al zijn tegenstanders. Zijn nieuwe verblijf in Rome duurde niet lang: op slechts 27-jarige overleed hij. Over zijn doodsoorzaak doen twee verhalen de ronde: of hij bezweek tijdens de daad, of hij werd gegrepen door de jaloerse echtgenoot van één van zijn minnaressen.
De perikelen rondom Johannes XII vormen slechts een deel van één van de 28 hoofdstukken in het boek van Norwich.
Praatmee