Is de strijd tussen Israël en Hamas werkelijk een 'Bijbelse' broedertwist?
In tal van Bijbelstudies, artikelen en preken is in de afgelopen decennia het conflict tussen Israël en de omliggende Arabische volken uitgelegd als een eeuwenoude broedertwist. Een conflict dat teruggaat tot Izaäk en Ismaël. Hagar wordt met haar zoon Ismael weliswaar weggestuurd uit het beloofde land, maar ze krijgen wel beloften en zegen mee: ‘Zie, Ik heb hem gezegend en zal hem vruchtbaar maken en hem uitermate talrijk maken; twaalf vorsten zal hij verwekken en Ik zal hem tot een groot volk maken. Mijn verbond echter zal Ik met Izak maken’ (Genesis 17:20-21). Dit klinkt niet als een vervloeking van Ismael en zijn Arabische nageslacht.
De Arabische volken zijn inderdaad uitermate talrijk geworden. Het verbond loopt echter via Izaäk en zijn latere Joodse nageslacht, en dat geeft blijkbaar een blijvende bron van jaloezie en conflicten. Sinds de komst van de Joodse Messias Jezus Christus is echter voor alle volken, dus ook voor de Arabieren, een open deur gekomen om door geloof in Hem voluit kind van God te worden. Begrijpelijk dat gesproken wordt over een conflict tussen broeders, die Abraham als gezamenlijke voorvader hebben. Bij een conflict tussen broeders kan het er zeker heftig aan toe gaan en kunnen er doden vallen. Toch is er tussen broeders altijd verzoening mogelijk. De vraag dringt zich op of het huidige conflict tussen Israël en Hamas ook te rangschikken is onder dit begrip ‘broedertwist’. Naar mijn overtuiging is dat absoluut onmogelijk. En wel om meerdere redenen.
Amalek
Er is nog een broedertwist in Genesis, die tussen Jakob en Esau. Israël is in het Oude Testament door naburige volken aangevallen in de context van deze broedertwist. Maar Amalek, dat van Esau afstamt, ging een grens over, waardoor het voor altijd werd vervloekt. Toen het volk Israël bevrijd werd uit Egypte en door de Sinaï woestijn trok, werd het aangevallen door Amalek. Heel sluw werd het volk Israël in de achterhoede aangevallen, waar de meest zwakken liepen. Om zo uiteindelijk het hele volk Israël om te brengen. Het was een strijd op leven en dood, en Mozes moest, ondersteund door Aäron en Hur zijn armen omhoog houden. Uiteindelijk overwon Israël: ‘Toen zei de HEERE tegen Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek en prent het Jozua in dat Ik de herinnering aan Amalek van onder de hemel geheel zal uitwissen’ (Exodus 17:14). Amalek wordt dus niet slechts tijdelijk verslagen, maar voor eeuwig vervloekt.
Verderop lezen we: ‘Denk aan wat Amalek u onderweg aangedaan heeft, toen u uit Egypte wegtrok: hij ontmoette u onderweg en overviel bij u in de achterhoede alle zwakken achter u, terwijl u moe en uitgeput was; en hij vreesde God niet. Als de HEERE uw God u rust gegeven heeft (…) moet het zo zijn dat u de gedachtenis aan Amalek van onder de hemel uitwist. Vergeet het niet!’ (Deuteronomium 25:17-19) Wat is het verschil tussen Amalek en een broedertwist? Amalek had niet tot doel om slechts een veldslag te winnen tegen het leger van Israël, of een oogst te plunderen. Genocide van heel het volk Israël was het doel, te beginnen bij de zwakken: ouderen en kinderen. Daar ligt het omslagpunt van broedertwist naar vervloeking. Door de eeuwen heen zijn er vaker volken geweest die het hele volk Israël wilden uitroeien: ‘Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volk (…) Kom, zeiden zij, laten we hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt’ (Psalm 83: 4,5). De Psalm eindigt dat ook met het gebed van Israël: ‘Laten zij beschaamd en door schrik overmand zijn tot in eeuwigheid, laten zij rood van schaamte worden en omkomen’ (vs. 18). Amalek valt dus buiten de categorie ‘broedertwist’.
De draak en het beest
Ook in het Nieuwe Testament lezen we over een poging tot genocide op Israël in de eindtijd. De apostel Johannes ziet op het eiland Patmos in een visioen een vrouw die op het punt staat te bevallen van een zoon, die ‘alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf’. Die vrouw staat voor Israël en de zoon staat voor Jezus Christus, die uit de Joodse vrouw Maria geboren wordt. Er is een draak die zit te wachten om meteen na de bevalling het kind te verslinden. De draak staat voor de Satan, die het liefst Jezus, de Redder van de wereld, wil verslinden. Johannes beschrijft dan dat het kind opgaat naar God en Zijn troon in de hemel, en dat de vrouw vlucht voor de draak: ‘En de draak werd boos op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben’ (Openbaring 12:17). De draak richt zich dus eerst op het vernietigen van het Joodse volk en vervolgens ook op de christenen.
Vervolgens lezen we dat er een beest opstaat die van de draak alle macht ontvangt. Veel mensen zijn onder de indruk van dit beest en aanbidden dit beest. Er komt dus een indrukwekkende politieke leider, of een verenigde groep van leiders. Deze leider, dit beest, gaat godslasteringen spreken: ‘En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen. En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen (…) En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des Levens van het Lam’ (Openbaring 13:6-8).
Deze verschrikkingen hebben gelukkig niet het laatste woord. Jezus Christus zal Zelf op tijd komen om af te rekenen met de draak en het beest en zijn volgelingen: ‘En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet (…) en die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem, die op het paard zat’ (Openbaring 19:20-21). Hier zien we dat lastering van God, genocide op het Joodse volk en vervolging van de christenen uiteindelijk niet leidt tot verzoening, maar tot vervloeking. Het beest en zij die het merkteken van het beest ontvangen hadden, vallen dus buiten de categorie ‘broedertwist’, en er is geen verzoening.
Hamas
Alle bovengenoemde aspecten bij zowel Amalek als het beest zien we terugkeren bij Hamas. In het handvest staat dat de totale vernietiging van het ‘zionistische regime’, dat is Israël, en de vestiging van een Islamitisch kalifaat, waarin ook geen plaats meer is voor christenen, het ultieme doel is. Het past hier niet om te beweren dat Hamas het beest uit Openbaring is. Die conclusie mogen we niet trekken. Daarvoor is het conflict tussen Israël en Hamas ook te regionaal. Hamas kan wel een ‘type’ van dit beest zijn, zoals er in de geschiedenis meerdere van deze ‘typen’ zijn geweest. Opvallend zijn in dit verband de vele pro-Hamas demonstraties in tal van westerse steden.
Openbaring zegt dat het beest ‘godslasteringen spreekt’ en dat velen op aarde het beest ‘aanbidden’. Israël heeft met Hamas, en ook met Hezbollah in het noorden, dan ook geen broedertwist, maar voert een strijd op leven en dood, zoals destijds Mozes, Aäron en Hur, een strijd op leven en dood voerden met Amalek. Het voortbestaan van Israël is in het geding. God zij dank weten we gelukkig dat als het er op aankomt, God Zijn volk zal beschermen: ‘namelijk verlossing van onze vijanden en bevrijding uit de hand van allen die ons haten’ (Lukas 1:71).
Ds. Kees Kant is directeur van Christians for Israel International. Bovenstaand artikel verscheen eerder in 'Israël en de kerk', het theologische kwartaalblad van Christenen voor Israël voor theologen en voorgangers. Klik hier als je het kwartaalblad wil ontvangen.
Praatmee