95 nieuwe stellingen voor kerken in 2017
"Na 500 jaar is het daarom hoog tijd om ons af te vragen wat we met de erfenis van de Reformatie hebben gedaan en nu willen doen. Ik beperk mij hier tot het kerkelijke erf. In al die jaren is al veel over de Reformatie geschreven. Toch voel ook ik de wens om gedachten hierover op papier te zetten," schrijft Gert Hunink, ChristenUnie-raadslid en ouderling uit Amersfoort over zijn 95 nieuwe stellingen. "De materie zal ik niet als expert kunnen behandelen omdat ik een ‘leek’ ben, al ben ik wel ‘ervaringsdeskundige’. Evenals Luther destijds wil ik het gesprek aangaan over een aantal mijns inziens relevante punten. Net als Luther toen gebruik ik de vorm van stellingen en hedendaagse media.
Een principe van de Reformatie uit 1517 was dat blijvende reformatie, hervorming, vernieuwing nodig blijft. Daarvoor ging men toen terug naar de Bron. Om de Kerk blijvend en van binnenuit te vernieuwen moeten we dus terug naar die Bron blijven gaan. Daarvoor moeten we allemaal de Bijbel steeds weer opnieuw goed lezen en onderscheid maken tussen wat er staat en wat er gaandeweg ingeslopen is in de theologie en praktijk. Wat heeft de Bijbel ons in de 21e eeuw te zeggen. Hoe vertalen we dat naar het leven van alledag? Wat is er nú nodig?" Hunink deelt hieronder zijn 95 nieuwe stellingen.
Over Reformeren
1. Na 500 jaar Reformatie is het hoog tijd voor een nieuwe reformatie!
2. De kerken die zich het meest beroepen op ‘de Reformatie’, staan er in de praktijk het verst vanaf.
3. Gods liefde is het hart van een nieuwe reformatie.
4. Een nieuwe reformatie is ook gericht op de eenheid in Christus.
5. Een nieuwe reformatie vraagt ook om een andere kijk op het Joodse volk.
Over het Hart van het Evangelie
6. Het hart van het de goede boodschap is: God houdt van jou!
7. God houdt niet méér van keurige kerkmensen dan van mensen die niet in Hem geloven.
8. De echt góede boodschap is liefde. De goede boodschap is échte liefde. Echte líefde is de goede boodschap.
9. Verzoening is een middel, maar geen doel.
10. Liefde is uiterst kostbaar. Toch moeten we daar niet zuinig mee omgaan.
11. Jezus liet geen leer na, maar Zijn leven. Het gaat Hem niet om leer of leefstijl, maar om een levende relatie.
Over geloof en bekering
12. Geloof is kinderlijk vertrouwen op God.
13. De vraag hoe je een genadige God vindt is beantwoord tijdens de Reformatie. Wie dat wil overdoen heeft er niets van geleerd.
14. In veel kerken is van ‘bekering’ een systeem met allerlei vereisten gemaakt.
15. Jezus leert ons omdenken.
16. Kinderen leren om een leven lang om een ‘nieuw hartje’ te bidden, maakt van God een sadist.
Over de Bijbel
17. Door het negeren van de Joodse context kunnen we de Bijbel onvoldoende begrijpen.
18. Ons rationele Westerse denken kan een ernstige belemmering zijn om de Bijbel te begrijpen.
19. De Bijbelse Wet is meer een gebruiksaanwijzing dan een wetboek waar staat wat we wel en niet mogen.
20. Jezus’ verhalen moeten gelezen worden in de context waarin Hij deze vertelde.
21. Door Bijbelteksten te ‘vergeestelijken’ missen we de beoogde praktische uitwerking.
22. Alleen met alle christenen samen kunnen we Gods liefde en de Bijbel begrijpen.
23. Zet je ‘leesbril’ af om de Bijbel te lezen.
24. Het verschil tussen het Eerste en het Tweede Testament is de hulp van God Geest voor ieder die op Hem vertrouwt.
25. Wie krampachtig vasthoudt aan oude vertalingen van de Bijbel heeft niets begrepen van de kracht van de Reformatie.
Over God, Jezus en de Heilige Geest
26. Kijk naar Jezus als je wilt weten hoe en wie God is.
27. Gods Geest waait waarheen Hij wil, die kunnen we onmogelijk grijpen en vasthouden.
28. Geesteloosheid en ook geestdrijverij voorkomen we als we ons door de Geest laten leiden.
29. De doop met de Heilige Geest is een reiniging van binnenuit.
Over de Kerk
30. De Kerk is te belangrijk om alleen aan theologen en predikanten over te laten.
31. De Kerk is ook te belangrijk om het aan een kerkenraad of oudsten over te laten.
32. Kerken hebben zelf een knellend systeem met ‘ambten’ gemaakt.
33. Kerken mogen zich minder druk maken over allerlei binnenkerkelijke kwesties.
34. De ‘kerncompetenties’ van een christen zijn het liefhebben van God en de naaste zoals zichzelf.
35. Kerken kunnen meer profijt hebben de didactiek. Er is nu veel herhaling van ‘theorieles 1’.
36. Kerken blijven te vaak steken in een aantal basale Bijbelse thema’s. Daarmee wordt de groei belemmerd.
37. In de Kerk draait het om ontmoeting en gemeenschapszin, niet om individualisme.
38. De schuld voor de leegloop van de kerken ligt vooral bij de kerken zelf.
39. Laten we vanuit kerken stoppen met verwijten maken aan degenen die wegliepen, maar vooral starten met luisteren.
40. Laten we ook eerlijk kijken welke drempels er liggen die het voor mensen lastig maken om de Kerk binnen te komen.
41. Christenen kiezen vaak een kerk zoals een consument een supermarkt kiest.
42. We mogen goed doen voor anderen alsof de ander Jezus zelf is.
Over de prediking en kerkdiensten
43. Uitsluitend predikanten preken, en preken meestal uitsluitend ‘voor eigen parochie’.
44. ‘Geen woorden maar daden’ had een Bijbelse leus kunnen zijn.
45. Er zitten veel werkloze arbeiders in de kerk. Die kunnen zo aan de slag.
46. Feest vieren was een mooie opdracht voor het volk Israël, daar kunnen we in de kerken nog veel van leren.
47. De Kerk is meer dan de kerkdiensten op zondag.
48. Het Tweede Testament kent geen kerkdienst als eredienst.
49. God zelf had geen aardse tempel nodig en ook nu heeft Hij geen kerkgebouw nodig.
50. De Kerk is Gods werkplaats, maar de Kerk is niet een gebouw van steen.
51. We eren God wanneer we genieten van het goede dat er is en Hem daarvoor danken.
Over de sacramenten
52. De Bijbel kent geen sacramenten.
53. In de Kerk zijn steeds weer dingen binnengeslopen die we ‘heilig’ verklaren, maar het volgens de Bijbel niet zijn.
54. De doop is niet uitgevonden door Johannes de Doper.
55. Stop met eindeloze discussies over de doop.
56. Jezus heeft het avondmaal niet ingesteld.
57. Stop met de eeuwenlange, ingewikkelde en kerkscheidende discussies rondom avondmaal.
58. Christenen moeten vooral vaak samen eten en anderen daar gastvrij bij uitnodigen.
Over de eenheid in Christus
59. Om ‘een’ te zijn, hoeven we het niet altijd en over alles met elkaar eens te zijn.
60. De ‘drie formuleren van enigheid’ hebben niet de eenheid kunnen bevorderen.
Over de zonde, de zondeval en de zondaren
61. ‘Ellende, verlossing en dankbaarheid’ en de meeste van deze is de ellende?!
62. Zonde is verschrikkelijk, maar als Jezus Gods antwoord is, laten we het dan over Jezus hebben.
63. De aanduiding ‘zondaar’ is gedevalueerd en dekt de lading niet meer.
64. Gods Geest overtuigt van zonde en schuld. Jammer dat zoveel dominees menen dat zij dat moeten doen.
Over bidden en contact met God
65. Bidden is gewoon vragen. Dat kan iedereen.
66. Als we minder tijd besteden aan klagen en mopperen over anderen, dan houden we tijd over om voor hen te bidden.
67. Begin de dag goed door God te bedanken voor de nieuwe dag.
68. Christenen die goed ‘in tongen willen spreken’ doen er goed aan om een taalcursus te volgen.
Over wonderen en Gods grootheid
69. Wonderen zijn de wereld niet uit. De wereld ís een wonder. Het gewone is bijzonder. Jij bent bijzonder!
70. Om God te kunnen kennen moeten we accepteren dat ons verstand ontoereikend is om Zijn grootheid te begrijpen.
Over de eeuwigheid, de hel en het Hemels koninkrijk
71. Het ‘einde’ is geen eindpunt, maar einddoel. Dat is het einde!
72. De eeuwigheid duurt niet lang en toch hebben we dan alle tijd.
73. De hemel is niemands eindbestemming. Het Hemels Koninkrijk, is niet een koninkrijk ín de Hemel. Het komt daar vandaan.
74. We gaan allemaal naar de hel.
75. Nergens lezen we in de Bijbel van iemand dat zij/hij voor eeuwig verloren is gegaan.
76. De hel is niet de plek waar de duivel en zijn kwaaie maatjes met groot plezier tot in eeuwigheid slechte mensen kunnen pijnigen.
77. Christenen dienen zich vooral bezig te houden met het Koninkrijk en minder met allerlei ‘eindtijdprofetieën’.
78. Als we de nadruk leggen op het laatste oordeel, vergeten we dat Jezus de straf op zich heeft genomen.
79. Gods reddingsplan is in staat om iedereen die dat wil te redden.
80. Om behouden te worden hoeven we alleen Jezus als Heer aan te roepen.
Over de duivel en het kwaad
81. De duivel heeft handige strategieën voor maximaal succes: een karikatuur van zichzelf laten maken, onzichtbaar zijn of bang maken.
82. De duivel is er een meester in om God voor alle ellende in de wereld de schuld in de schoenen te schuiven.
83. Het grootste deel van de ellende in de Wereld doen mensen elkaar aan. Daar hebben we geen geloof, God of de duivel voor nodig.
84. Goed en kwaad zijn geen gelijke grootheden die in balans moeten zijn.
Over de mens en de wereld
85. De wereld is van God. Hij maakte het en onderhoudt het nog steeds. Daarin is een taak aan de mens gegeven.
86. God geeft mensen de taak om de wereld eerlijk met elkaar te delen.
87. De arme Lazarus zit aan ónze poort en verdient ónze aandacht.
88. Overbevolking is een mythe met apocalyptische proporties.
89. Voor God zijn alle mensen van gelijke waarde. Niemand mag zich boven de ander verheffen.
90. Een xenofobe christen is een contradictio in terminis.
91. Christenen hoeven niet van de Islam te houden, maar is het teveel gevraagd om een Moslim lief te hebben?
Tenslotte
92. Alle kerkelijke ballast is als mist. Als die optrekt zien we weer helder wie God is en wat Hij wil.
93. Al deze stellingen kunnen aanleiding zijn voor een ‘nieuwe theologie’. Beter is het dat we gaan dóen wat Jezus wil dat wij doen.
94. Door met elkaar in gesprek te gaan over God en Zijn bevrijdende boodschap voor deze wereld, voorkomen we dat we elkaar verketteren.
95. Deze laatste stelling mag je zelf bedenken!
Praatmee